5
3
6
5
MOTOROLIE
Hoewel het waarschuwingslampje op het dashboard u hoort te waarschuwen wanneer het oliepeil te laag wordt,
moet u het peil elke maand controleren. Het voertuig moet op een vlak oppervlak staan wanneer de olie
gecontroleerd wordt (Figuur 16, pagina 26). Giet er niet te veel olie in.
1. Neem de peilstok uit de vulopening en veeg de olie van de stok af. Zie volgende VOORZICHTIG.
∆
VOORZICHTIG
• Verwijder de peilstok niet wanneer de motor draait.
2. Controleer de olie door de peilstok volledig in de vulopening te steken en onmiddellijk weer te verwijderen.
3. Als het oliepeil zich bij of onder het laagste teken van de peilstok bevindt, voeg dan olie bij totdat het peil
opnieuw tussen de tekens voor laag en vol valt (veilig peil).
4. Steek de peilstok weer in de vulopening.
OPMERKING: Recycleer of gooi de gebruikte olie volgens de plaatselijke en nationale reglementeringen weg.
3
8
Figuur 15 Smeerpunten
DS Golfwagen – Benzinevoertuig – Handleiding voor de eigenaar 2002
2
4
3
1
2
3
1
3
4
Motorolie
7
4
4
4
7
pagina 25