Bedieningen en aanwijzers
GASPEDAAL
Het gaspedaal is het pedaal rechts, met het woord GO (Figuur 5, pagina 13) . Dit gaspedaal werkt anders dan het
gaspedaal van een auto. Met het contactslot in de stand AAN en de vooruit-/achteruithendel in VOORUIT (F) of
ACHTERUIT (R), schakelt het indrukken van het gaspedaal automatisch de parkeerrem uit en rijdt het voertuig in
de gekozen richting (VOORUIT of ACHTERUIT). Als u het gaspedaal blijft indrukken, zal het voertuig sneller rijden
tot het de maximumsnelheid bereikt. Bij het loslaten van het gaspedaal krijgt de motor geen stroom meer en stopt
hij met draaien.
Figuur 5 Gas- en rempedaal
Figuur 6 Rempedaal
Figuur 7 Parkeerrempedaal
REMPEDAAL
Het rempedaal is het grote pedaal links met het ingelegde woord STOP (Figuur 5, pagina 13) . Druk met uw voet
het rempedaal in om het voertuig te doen vertragen of stoppen (Figuur 6, pagina 13) .
PARKEERREMPEDAAL
Het parkeerrempedaal is het kleine, verhoogde gedeelte links bovenaan op het rempedaal. Het is gemerkt met het
woord PARK, terwijl erboven de woorden PARK BRAKE aangebracht zijn (Figuur 6, pagina 13) . Om de
parkeerrem in te schakelen, drukt u het rempedaal stevig in en klikt u het parkeerremgedeelte met uw voet naar
voren (Figuur 7, pagina 13) . Zie volgende WAARSCHUWING.
DS Golfwagen – Benzinevoertuig – Handleiding voor de eigenaar 2002
pagina 13