OPSLAG
Lees GEVAAR en WAARSCHUWING op pagina 9.
∆
GEVAAR
• Tracht nooit benzine af te tappen wanneer de motor warm is of nog draait.
• Ruim alle gemorste benzine op voor u het voertuig gebruikt.
• Bewaar benzine uitsluitend in een goedgekeurd benzineblik. Bewaar benzineblikken in een goed
geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken, open vuur, verwarmingstoestellen en andere
hittebronnen.
• Houd benzine buiten het bereik van kinderen.
• Verwijder benzine nooit met een slang uit het voertuig.
∆
WAARSCHUWING
• Draai het contactslot op UIT, verwijder de sleutel en laat de vooruit-/achteruithendel tijdens de
opslag in VRIJLOOP (N) staan. Zo voorkomt u het per ongeluk starten van het voertuig of
brandgevaar.
• Draai de brandstofafsluiter in de gesloten (UIT) stand (Figuur 12, pagina 21).
∆
VOORZICHTIG
• Onvoldoende opgeladen accu's zullen bij lage temperatuur bevriezen.
VOORBEREIDING VOOR LANGDURIGE OPSLAG
1. Zorg ervoor dat de accu's schoon en corrosievrij zijn. Was de bovenzijde van de accu en de polen af met een
oplossing van natriumcarbonaat en water (237 mL natriumcarbonaat op 3,8 L water). Spoel af met water. Laat
deze vloeistof niet in de accu's dringen. Controleer of de kabels goed op de accupolen aangesloten zijn. Laat
de polen drogen en bedek ze met een laagje Battery Terminal Protector Spray (CCI 1014305).
2. Sla het voertuig op een koele, droge plaats op. Zo wordt zoveel mogelijk vermeden dat de accu vanzelf
leegloopt. Indien de accu zwak lijkt, laat u deze door een getrainde monteur opladen. Gebruik een 12 volt
acculader voor auto's, met een stroomsterkte van 10 ampère of lager.
3. Maak de carburateur leeg en verzegel de benzinetank.
3.1. Plaats de vooruit-/achteruithendel in VRIJLOOP (N) en de vrijloop-vergrendelingsnok in de
ONDERHOUDSSTAND. Draai de brandstofafsluiter in de gesloten stand (UIT) (Figuur 12, pagina 21)
en laat de motor draaien tot de in de carburateur en brandstofleidingen achtergebleven benzine verbruikt
is en de motor stilvalt. Plaats de vrijloop-vergrendelingsnok in de GEBRUIKSSTAND.
3.2. Draai de carburateur-aftapschroef los (verwijder deze niet) en laat de resterende benzine uit de
carburateurkom in een blik lopen. Giet deze vervolgens uit het blik in de brandstoftank van het voertuig.
Draai de carburateur-aftapschroef vast.
3.3. Koppel de ontluchtingsslang los van de uitlaat van de brandstoftank.
3.4. Sluit de uitlaat van de brandstoftank luchtdicht af. Wij bevelen een vinyl dop aan die u over de uitlaat
schuift.
4. Koppel de accukabels af, de negatieve (-) kabel eerst.
5. Om de motor te beschermen, verwijdert u de bougie en giet u via het bougiegat 14,2 mL SAE 10-olie in de
motor. Draai de motorkrukas verschillende malen handmatig aan en installeer dan de bougie.
6. Pas de bandendruk aan volgens de aanbevolen spanning. Zie Voertuigspecificaties op pagina 31.
pagina 20
DS Golfwagen – Benzinevoertuig – Handleiding voor de eigenaar 2002
Opslag