36
Hoofdstuk 7 In werking stellen
7.3.1
Koppelen meerdere Elan 4 toestellen
Er kunnen maximaal 4 Elan 4 toestellen met elkaar worden doorverbonden.
Gebruik parameter 26 om voor elk toestel een eigen identificatienummer in
te stellen, zie de Parameterlijst op pagina 51.
n
Als de Elan 4 toestellen worden toegepast in combinatie met een
warmteterugwinunit, moet deze ook een eigen identificatienummer hebben.
Deze is in te stellen met parameter 27.
7.3.2
Koppelen Elan 4 toestel met Renovent Excellent toestel
Als er een Renovent Excellent warmteterugwinunit wordt aangesloten op het
Elan 4 toestel of een serie van maximaal 4 Elan 4 toestellen, dan moet het
type Renovent Excellent worden ingesteld met parameter 27, zie de
Parameterlijst op pagina 51.
n
Deze parameter moet op elk Elan 4 toestel worden ingesteld.
7.4 Fabrieksinstelling
Toets [+] en [-] 10 seconden gelijktijdig in om alle instellingen terug te zetten
naar de fabrieksinstellingen.
n
Alleen de filtermelding wordt niet teruggezet naar de fabrieksinstelling.
Na het terugzetten van de fabrieksinstellingen toont het display 3 seconden
alle symbolen op het display. Daarna gaat het toestel automatisch naar de
bedrijfssituatie.
Elan 4 Revisie B