Hoofdstuk 4 Werking
-
Stand 3 - de systeemventilator draait continu op het ingestelde
luchtdebiet voor koeling. Deze is in te stellen met parameter 4.
-
Stand
- de systeemventilator draait continu op het ingestelde
luchtdebiet voor koeling. Deze is in te stellen met parameter 4.
Qv_Koelen
Qv_max
Qv_min
Een koelvraag door een gesloten schakelingang 'koeling' heeft voorrang op
de stand van de 4-standenschakelaar.
4.2.3
WTW programma
Als de Elan 4 in combinatie met een warmteterugwinunit wordt gebruikt, kan
de regeling van de systeemventilator met het WTW programma worden
gekoppeld aan de warmteterugwinunit.
Met de 4-standenschakelaar van de warmteterugwinunit kan dan ook het
luchtdebiet van de systeemventilator in de Elan 4 worden bepaald.
-
Stand 1 - het luchtdebiet varieert tussen het ingestelde minimale en het
ingestelde maximale luchtdebiet afhankelijk van de gemeten
uitblaastemperatuur. De maximale uitblaastemperatuur, het minimale en
maximale luchtdebiet en de starttemperatuur zijn in te stellen met
parameters 1, 2, 3 en 5.
Qv_max
Qv_min
Elan 4 Revisie B
T_fan uit
T_start
T_max
Temperatuur
[°C]
T_fan uit T_start
Temperatuur
[°C]
T_max
17