16
Hoofdstuk 4 Werking
-
Stand
- de systeemventilator blijft op het ingestelde luchtdebiet voor
koeling draaien. De schakeluitgang voor koeling wordt gesloten. Deze
stand werkt alleen als de vorstbeveiliging, zie "Vorstbeveiliging" op
pagina 20 niet actief is. Het luchtdebiet voor de koeling is in te stellen
met parameter 4.
Qv_Koelen
Qv_max
Qv_min
4.2.2
Vast programma
In het vast programma kan de systeemventilator met de 4-
standenschakelaar op 3 vaste luchtdebieten worden ingesteld:
-
Stand 1 - de systeemventilator draait continu op het ingestelde maximale
luchtdebiet. Deze is in te stellen met parameter 3.
Qv_Koelen
Qv_max
Qv_min
-
Stand 2 - de systeemventilator draait continu op het ingestelde minimale
luchtdebiet. Deze is in te stellen met parameter 2.
Qv_Koelen
Qv_max
Qv_min
Elan 4 Revisie B
T_fan uit
T_start
T_max
Temperatuur
[°C]
T_fan uit
T_start
T_max
Temperatuur
[°C]
T_fan uit
T_start
Temperatuur
[°C]
T_max