20
Hoofdstuk 4 Werking
4.4 Vorstbeveiliging
De vorstbeveiliging zorgt ervoor dat de warmtewisselaar niet invriest bij een
zeer lage buitentemperatuur.
De vorstbeveiliging wordt aangestuurd door de uitblaastemperatuursensor:
-
Wanneer de temperatuur lager is dan een ingestelde
schakeltemperatuur limiet 1, wordt een eventuele koelvraag geblokkeerd
door de schakeluitgang 'koeling' te verbreken. De vorstbeveiliging en
een eventuele externe warmtebron wordt geactiveerd. De
systeemventilator wordt aangestuurd op basis van de gemeten
luchtuitblaastemperatuur en, indien van toepassing, de stand van de 4-
standenschakelaar.
Gebruik parameter 10 in het instelmenu, zie "Instelmenu" op pagina 30
om de schakeltemperatuur in te stellen.
-
Wanneer de luchtuitblaastemperatuur met een ingestelde hysterese
gestegen is boven limiet 1, wordt de blokkering van de koelvraag weer
opgeheven. De vorstbeveiliging wordt gedeactiveerd.
Gebruik parameter 12 in het instelmenu, zie "Instelmenu" op pagina 30
om de hysterese in te stellen.
Als de uitblaastemperatuur, ondanks de vorstbeveiliging, verder daalt dan de
schakeltemperatuur limiet 1 tot een ingestelde schakeltemperatuur limiet 2,
wordt ook de systeemventilator uitgeschakeld.
Gebruik parameter 11 in het instelmenu, zie "Instelmenu" op pagina 30 om
schakeltemperatuur limiet 2 in te stellen.
De blokkering van de systeemventilator wordt op de volgende manier
opgeheven:
-
Als de luchtuitblaastemperatuur met 5K is gestegen ten opzichte van de
schakeltemperatuur limiet 2, wordt de systeemventilator ingeschakeld
gedurende een vaste tijd (antipendel tijd). De systeemventilator blijft
draaien op basis van de stand van de 4-standenschakelaar zolang de
ingestelde tijd nog niet is verstreken.
-
Als de watertemperatuur in de warmtewisselaar stijgt tot boven een
ingestelde schakeltemperatuur (parameter 6), wordt de
systeemventilator ingeschakeld. De systeemventilator blijft draaien op
basis van de stand van de 4-standenschakelaar.
-
Als [R] op het bedieningspaneel wordt ingetoets wordt de
systeemventilator ingeschakeld gedurende een vaste tijd (antipendel
tijd). De systeemventilator blijft draaien op basis van de stand van de 4-
standenschakelaar zolang de tijd nog niet is verstreken.
Elan 4 Revisie B