18
Hoofdstuk 4 Werking
-
Stand 2 - de systeemventilator draait continu op het ingestelde maximale
luchtdebiet. Deze is in te stellen met parameter 3.
Qv_Koelen
Qv_max
Qv_min
-
Stand 3 - de systeemventilator draait continu op het ingestelde
luchtdebiet voor koeling. Deze is in te stellen met parameter 4.
Qv_Koelen
Qv_max
Qv_min
-
Stand
- de systeemventilator draait continu op het ingestelde minimale
luchtdebiet. Deze is in te stellen met parameter 2.
Qv_Koelen
Qv_max
Qv_min
Een koelvraag door een gesloten schakelingang 'koeling' heeft voorrang op
de stand van de 4-standenschakelaar van de warmteterugwinunit.
De CO
sensoren die zijn aangesloten op de warmteterugwinunit hebben
2
geen invloed op de regeling van de Elan 4.
4.3 CO
-regeling
2
Er kunnen 4 CO
CO
sensoren wordt de luchtkwaliteit in de verblijfsruimten waarop de Elan 4
2
is aangesloten bewaakt.
De CO
sensoren hebben een minimale en een maximale instelwaarde. Als
2
de CO
concentratie in een verblijfsruimte boven de minimale instelwaarde
2
komt, neemt het luchtdebiet van de systeemventilator van de Elan 4 toe. Het
Elan 4 Revisie B
T_fan uit
T_start
T_max
Temperatuur
[°C]
T_fan uit
T_start
T_max
Temperatuur
[°C]
T_fan uit
T_start
Temperatuur
[°C]
sensoren op de Elan 4 worden aangesloten. Met deze
2
T_max