• Sluit de kalibratiekap op het instrument aan.
• Zet de gascilinder aan.
• Bekijk de resultaten.
• Verwijder de kalibratiekap.
• Zet de gascilinder uit.
Afbeelding 6.1 Aanwijzingen voor handmatig uitgevoerd onderhoud
Benodigdheden
•
Kalibratiekap (wordt bij het instrument geleverd)
•
Kalibratieslang (wordt bij het instrument geleverd)
•
Kalibratiegascilinder die geschikt is voor de geïnstalleerde sensoren en de kalibratiegasinstellingen van het instrument
•
Toevoerregelaar die geschikt is voor de kalibratiegascilinder
Houd de regelaar vast en draai de
gascilinder rechtsom vast.
Nulstelling
Nulstelling starten
Opmerking: Druk in de
bedieningsmodus op
tot
het scherm voor starten van
de nulstelling wordt
weergegeven.
Om de nulstelling te starten,
drukt u op
.
Voorbereiding accessoire
Sluit een kant van de kalibratieslang op
de nippel van de regelaar aan.
Nulstelling en kalibratie
Nulstelling wordt uitgevoerd
Tijdens het nullen van de
sensoren toont het scherm dat
de nulstelling wordt
uitgevoerd.
Sluit de andere kant van de slang op de
kalibratiekap aan.
Ga verder met de onderstaande
instructies voor de gewenste taak.
Resultaten nulstelling
(pass/geslaagd)
Na het nullen van de sensoren verschijnen de resultaten en
wordt er een hoorbare waarschuwing gegeven.
Als beide sensoren zijn geslaagd ("P"), start u de kalibratie
door te drukken op ; anders wacht u ongeveer 30 seconden
tot het startscherm wordt weergegeven.
Als een van de sensoren faalt ("F"), drukt u op
nulstelling te herhalen.
32
Resultaten nulstelling
(H2S pass/geslaagd;
CO fail/mislukt)
om de