Afb.62
Stap 8
F1
F2
F3
F4
BO-0000272-10
10.3
Periodieke controle en onderhoudsprocedure
Waarschuwing
Voor het uitvoeren van enige werkzaamheden moet u zich ervan verzekeren dat de ketel niet op de netvoeding is
aangesloten. Zodra de onderhoudswerkzaamheden zijn voltooid moet u de ketel resetten naar de oorspronkelijke
bedrijfsparameters als die gewijzigd zijn.
Waarschuwing
Wacht totdat de verbrandingskamer en leidingen zijn afgekoeld.
Belangrijk
Het apparaat mag niet worden gereinigd met schurende, agressieve en/of makkelijk ontbrandbare middelen (zoals
petroleum of aceton).
De volgende controles moeten jaarlijks worden uitgevoerd om een efficiënte werking van de ketel te waarborgen:
1. Controleer het uiterlijk en de lekdichtheid van de pakkingen in het gascircuit en het verbrandingscircuit. Vervang bij
inspectie- en onderhoudswerkzaamheden altijd alle pakkingen van de gedemonteerde onderdelen.
2. Controleer de staat en juiste positie van de vlamdetectie- en ontstekingselektrode;
3. Controleer de staat van de brander en ga na of die op juiste wijze is bevestigd;
4. Controleer op mogelijke verontreinigingen binnen de verbrandingskamer. Gebruik hiervoor een stofzuiger;
5. Controleer de druk in de cv-installatie;
6. Controleer de druk in het expansievat;
7. Controleer of de ventilator naar behoren werkt;
8. Controleer of de inlaat- en afvoerleidingen nergens zijn verstopt;
9. Controleer op mogelijke verontreinigingen binnen de sifon;
10. Controleer de staat van de magnesiumanode, indien aanwezig, voor ketels die zijn uitgerust met een warmwaterboiler.
Zie ook
Waterbehandeling, pagina 19
10.3.1
De waterdruk controleren
10.3.2
Controle van het expansievat
10.3.3
De rookgasafvoer en luchttoevoer controleren
10.3.4
De verbranding controleren
7791149 - 03 - 07042023
8. Druk circa 3 seconden op de toets F4 om te bevestigen en de
servicemelding te resetten.
Het display toont DONE. De servicemelding is gereset.
9. Druk enkele keren op de toets F1 om naar het beginscherm terug te
keren.
Voor een correcte werking van de ketel is het nodig dat de waterdruk in
het verwarmingscircuit (die op het display
1,0 en 1,5 bar ligt. Herstel indien nodig de waterdruk zoals beschreven in
het hoofdstuk "Vullen van de installatie".
Controleer het expansievat en vervang het indien nodig. Controleer de
voordruk elk jaar en herstel de druk indien nodig naar 1 bar.
Controleer de volledige lijn rookgasleidingen en controleer met name de
aansluitingen van de rookgasafvoer en luchtinlaat op dichtheid.
Gevaar
Neem in geval van onderhoud/demontage van een op een
overdruk-CLV geïnstalleerde ketel, de vereiste
voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat rookgassen van
andere op het CLV-kanaal geïnstalleerde ketels in de ruimte
komen waar de ketel geïnstalleerd is.
Meet het CO
/O
-gehalte en de uitgangstemperatuur van de rookgassen
2
2
op het rookgasmeetpunt.
10 Onderhoud
wordt weergegeven) tussen
MCR—S
61