7 Inbedrijfstelling
Afb.39
Voorbeelden van verbrandingscontroles
Afb.40
Minimaal vermogen
F1
F2
F3
F4
BO-0000272-1
Afb.41
Maximale belasting
F1
F2
F4
F3
2x
BO-0000272-2
7.4.3
Service-instellingen
Tab.37
Toerental per minuut (omw/min) van de ventilator
Gassoort
DP003*
28 kW
24 kW
G20
8600
7500
G25
8600
7500
G31
8200
7200
* Instellingen om het toerental per minuut (aantal omw/min) van de ventilator aan te passen.
* Fabrieksinstelling
Tab.38
CO – CO
– O
waarden met het voorpaneel GESLOTEN
2
2
Gassoort
G20*
G25*
46
MCR—S
24/28 MI
GP007*
GP008*
18 kW**
5,8 kW
5950
2800
5950
2800
5700
2800
Nominaal CO2%
Max Pn
Pmin
9,4%
8,7%
(9,1 - 9.4)
(8,5 - 8,7)
7,7%
7,2%
(7,4 - 7,7)
(6,9 - 7,2)
Opgelet
Om de verbrandingsproducten te analyseren, moet er sprake zijn
van een adequate warmte-uitwisseling in de installatie in de
verwarmingsmodus of sanitair-watermodus (open hiertoe een of
meerdere SWW-kranen) om te voorkomen dat de ketel vanwege
oververhitting uitschakelt. Voor een correcte werking van de ketel
moet het CO
(O
)-gehalte van de verbrandingsgassen binnen het
2
2
in de onderstaande tabel aangegeven tolerantiebereik liggen.
Schoorsteenvegerstand (gedwongen vollast of laaglast)
1. Druk tegelijkertijd op de twee toetsen links om de
schoorsteenvegerstand te selecteren.
Het apparaat brandt nu op laaglast. Wacht even totdat in het display
L verschijnt.
2. Druk 2 maal op de toets F3.
Het apparaat brandt nu op vollast. Wacht even totdat in het display
H verschijnt.
3. Druk op de toets F1 om terug te keren naar het hoofdscherm.
PARAMETERS — Nr [omw/min]
MCR—S
GP009
DP003*
Opstarten
35 kW
4300
10300
4300
10300
4300
9800
VOORPANEEL GESLOTEN
Maximaal CO
ppm
< 250
< 250
30/35 MI
GP007*
GP008*
30 kW
22 kW**
7,0 kW
8900
7000
3.200
8900
7000
3000
8600
6600
3000
Nominaal O2%
Max Pn
4,1%
(4,7 ÷ 4,1)
4,8%
(5,2 ÷ 4,1)
7791149 - 03 - 07042023
BO-0000246
GP009
Inschakelen
4800
4800
4800
Pmin
5,4%
(5,7 ÷ 5,4)
5,7%
(6,5 ÷ 5,6)