9.3
Parameters wijzigen
9.3.1
De stooklijn instellen
Afb.51
Aansluitingen
T
T
dhw
out
Afb.52
Grafiek voor de helling van de stooklijn
CP230 = 1.5
CP210 = 15
PreheatSetpoint = 0
CP000
CP200 = 20
CP210 = 15
PreheatSetpoint = 0
CP000
BO-0000232
7791149 - 03 - 07042023
Sluit de buitensensor aan op aansluitklemmen 5-6 en sluit de
kamerthermostaat van het type "aan/uit" of de thermostaat van het type
"OpenTherm" aan op aansluitklem 7-8 van de M2 aansluitprint nadat de
jumper verwijderd is.
R-
Bus
De procedure voor het verkrijgen van toegang tot de instellingen is
dezelfde als de procedure die in de vorige alinea is beschreven. Om de
stooklijn in te stellen moet u de volgende instellingen wijzigen:
CP000: Maximale richtwaarde verwarmingsaanvoertemperatuur
CP200: richtwaarde kamertemperatuur voor zones 5,0 tot 30.
CP210: verschuiving van klimaatcurve in comfortmodus van 15 naar 90
(met externe sonde). Wijzig de helling van de curve niet.
CP230: instelling van helling van klimaatcurve van 0,0 naar 4,0.
BO-0000205
Tout (°C)
Tout (°C)
Tout: door buitensensor gedetecteerde temperatuur (°C)
SP_CH : Richtwaarde aanvoertemperatuur verwarming (°C)
Zie ook
Circulatiepomp, pagina 20
Belangrijk
Als de stooklijn via een OpenTherm-thermostaat ingesteld is, stel
de stooklijn dan niet in met deze parameters.
Belangrijk
Stel het gebruikte type buitensensor in via de instelling AP056
CP200 = 20
CP230 = 1.5
PreheatSetpoint = 0
CP000
Tout (°C)
MCR—S
9 Instellingen
55