Aansluitingen / installatie
Aansluitingen op-
zetkast (TC)
8
De volgende leidingen worden buiten de installatieruimte door de af-
dekking van het reinigingsapparaat geleid:
5
6
12
13
k
Doorvoer voor:
– voedingskabel
– datakabel
– potentiaalvereffening (optioneel)
– externe spanning voor de potentiaalvrije contacten op de aan-
sluitmodule (optioneel)
– leidingen naar de potentiaalvrije contacten op de aansluitmodule
(optioneel)
l
Luchtafvoerleiding
m
CEE-stopcontact voedingskabel
n
Ethernet-stekker datakabel
a tot en met j zie "Installatieruimte ter plaatse"
1
7
8
14
2
3
4
11
10
9