Zelf-diagnostische software is opgenomen in alle SB-5500 stabilisatie-besturingseenheden. Als er ooit een probleem
optreedt met een SBS-systeem, wordt dit gerapporteerd op het display van het voorpaneel als een foutcode. Hieronder
vindt u een lijst van deze foutcodes, een beschrijving wanneer de besturingseenheid automatisch elke test uitvoert, hoe
elke code wordt gewist, de definitie van elke foutmelding en voorgeschreven actie die door de gebruiker moet worden
genomen.
Druk op CLEAR of CANCEL om handmatig een weergegeven foutbericht te wissen. Zodra een fout is gewist, wordt
deze opnieuw weergegeven wanneer de foutconditie vervolgens wordt gedetecteerd. Om defecte onderdelen verder te
isoleren begeleiden een reeks van testactiviteiten enkel van de foutcodes.
Vermeld de foutcode (letter) van enige weergegeven fouten wanneer u het apparaat terugzendt voor reparatie. Geef
ook een zo gedetailleerd mogelijke de omstandigheden waarin problemen werden aangetroffen en de ervaren
symptomen.
Fout-
Bericht
code
RPM OUT OF RANGE
A
OPERATION RANGE IS
300-30000
CHECK RPM SENSOR
VIB SENSOR DEFECT
B
OPEN – CHECK CABLE
AND CONNECTORS -
SEE MANUAL
VIB SENSOR DEFECT
C
SHORT – CHECK CABLE
AND CONNECTORS –
SEE MANUAL
Weergegeven foutmeldingen
Definitie
Continu gecontroleerd.
Weergegeven als het
TPM-signaal afkomstig
van de stabilisator
onder 300 TPM is of
30.000 TPM
overschrijdt.
Continu gecontroleerd.
Aanwezigheid van
trillingssensor kan niet
worden gedetecteerd.
Dit kan worden
veroorzaakt door een
defecte sensor of
omdat er geen sensor
is aangesloten.
Continu gecontroleerd.
Kortsluiting op
trillingssensor
gecontroleerd.
Actie
Wist automatisch. Controleer de operationele
snelheid van de slijpmachine. Als de machine
boven 30.000 TPM loopt, neem dan contact op met
uw SBS-stabilisatiesysteem dealer voor overleg
over de toepassing. Als de machine draait binnen
de grenzen van de operationele snelheid, en dit
foutbericht blijft bestaan, betekent dit een fout van
de TPM-sensor in de stabilisator. De stabilisator
moet worden teruggezonden voor onderhoud.
Wist automatisch wanneer de sensor detecteert.
Controleer de sensorverbindingen en probeer
opnieuw op te starten. Verdere foutmeldingen
geven aan dat er noodzaak is voor reparaties van
de sensor.
Wist automatisch. Koppel de stabilisator los van
de AC-stroom voordat u kabels en connectoren en
sensoren of kortsluiting controleert. Als het
probleem niet kan worden geïsoleerd, moeten de
sensor, kabel en/of besturingseenheid worden
teruggestuurd voor reparatie.
SBS stabilisatiesysteem
41