Inhoudsopgave
Advertenties
Instelling van operationele parameters
In deze paragraaf worden de in het menu geselecteerde operationele
parameters van de besturing gedetailleerd. Voor besturingseenheden
met meer dan een geïnstalleerde stabilisatiekaart moet de gebruiker
de gewenste kaart selecteren en dan het MENU binnengaan.
De operationele parameters zijn voor elke kaart onafhankelijk
ingesteld.
Automatische stabilisatie GRENS
Het SBS-stabilisatiesysteem zal automatisch stabiliseren voor een
lage trillingsgrens gespecificeerd door de gebruiker, de automatische
stabilisator GRENS. Deze grens vertegenwoordigt de beste haalbare
stabiliteit in een automatische stabilisatiecyclus.
fabrieksmatig ingesteld op 0,4 micron verplaatsing.
stabilisatiegrens van 1,0 micron of minder wordt over het algemeen
beschouwd als adequaat voor de meeste toepassingen.
moet minimaal 0,2 micron hoger dan de hoogste niveau van de
achtergrondtrilling genoteerd in de paragraaf "Voorbereiding voor
het instelling van operationele parameters" worden ingesteld. Hoe lager de grens is ingesteld, hoe langer het
systeem nodig heeft om de stabilisatie te bereiken. Er kan enige ervaring nodig zijn om de juiste grens voor
automatische stabilisatie voor een bepaalde installatie te bepalen.
GEEN ENKEL STABILISATIESYSTEEM IS IN STAAT DE SLIJPSCHIJF IN TE STELLEN OP EEN
WAARDE ONDER HET ACHTERGRONDNIVEAU. Proberen om de stabilisatiegrens onder achtergrondniveaus
te houden zal leiden tot langere of mislukte stabilisatiecycli. Aangezien het trillingsniveau van de achtergrond vaak het
resultaat is van trillingen doorgegeven door de vloer, kunnen deze niveaus veranderen als aangrenzende machines in of
buiten gebruik worden gesteld. Stelt de stabilisatiegrens in tijdens periodes wanneer het systeem de maximale
door de vloer doorgegeven trillingen zal ontvangen.
Om de grens in te stellen selecteert u BALANCE SETTINGS uit het menu. De grens wordt ingesteld met behulp van
de pijltjestoetsen gevolgd door het drukken op ENTER. Let op: Snelheidseenheden kunnen worden geselecteerd voor
het bewaken van machinetrilling; hoewel de grensinstelling alleen kan worden gemaakt in eenheden voor verplaatsing.
Automatische stabilisatie TOLERANTIE
Deze door de operator gedefinieerde instelling vormt een bovengrens voor normale procestrilling voor het systeem.
Wanneer dit bereikt wordt, zal deze trilling een indicatie veroorzaken van de noodzaak om een automatische stabilisatie
uit te voeren. Indicaties weergegeven op het voorpaneel voor stabilisatiestatus worden weergegeven in de volgende
tabel en aanvullende indicatie wordt gegeven via de hardwire- en software-interfaces. Het tolerantieniveau moet
ingesteld worden op minimaal 0,2 micron boven de GRENS instelling. Normaal wordt dit ingesteld op minimaal 1
micron boven de GRENS instelling.
Trillingsniveau
Onder TOLERANTIE
Boven TOLERANTIE
Boven KRITISCH
Automatische stabilisatie KRITISCH
Deze door de operator gedefinieerde instelling vormt een operationele bovenste veiligheidsgrens voor trilling voor het
systeem. Wanneer dit bereikt wordt, zal deze instelling een indicatie veroorzaken van de kritische noodzaak om
opnieuw een stabilisatie uit te voeren. Deze indicatie op het voorpaneel wordt weergegeven in de volgende tabel en
aanvullende indicatie wordt gegeven via de hardwire- en software-interfaces. Het kritische niveau moet ingesteld
worden op minimaal 2,0 micron boven de TOLERANTIE-instelling.
Sleufstatus led
Groen
Geel
Rood
GEMETEN
TRILLINGS-
NIVEAUS
OPERATIONEEL
BEREIK
Het is
Een
0,2 MIRCON
De grens
Staafdiagram
Groen
Geel
Rood
NIEUW
SLIJPSCHIJF
KRITISCHE
TOLERANTIE
GRENS
ACHTERGROND
Statusbericht
GESTABILISEERD
VEREIST TOLERANTIE
KRITISCH
SBS stabilisatiesysteem
17
Advertenties
Inhoudsopgave
