Inhoudsopgave
Advertenties
door de massa's gelijkmatig in verschillende richtingen (een vooruit en een achteruit) te bewegen.
trillingsniveau opnieuw wordt verhoogd, moet de tegenovergestelde gewichtsbeweging worden geprobeerd. Deze fase
is voltooid wanneer het trillingsniveau niet langer kan worden verminderd.
Fase 3: Het stabilisatieniveau kan worden verfijnd door het afzonderlijk verplaatsen van de massa's in kleine stappen,
om het aflezen van de trilling te minimaliseren.
Elke wijziging in het trillingsniveau van de machine zal de bewegingen van de massa's met een of twee seconden
vertragen. Dit komt door het "instellingseffect" van de machine. Wanneer de juiste richting van een beweging niet
meteen duidelijk is, of als het trillingsniveau zelf klein is (0,2 micron of minder), moet een eventuele beweging van de
massa"s worden uitgevoerd in kleine stappen met een vertraging van twee seconden tussen bewegingen om het effect
van elke beweging te evalueren.
Handmatige toerentalfilter
Het systeem kan ook worden gebruikt als een meet en analyse-instrument voor trilling. De vibratie-frequentiefilter van
de besturingseenheid kan handmatig worden aangepast van 300 naar 30.000 toeren per minuut in stappen van een toer
per minuut. Hierdoor kan de besturingseenheid onafhankelijk van de stabilisator werken en trillingsniveaus meten die
ontstaan op verschillende frequenties.
Voor het instellen van de handmatige filter, koppelt u de 12-pin stabilisatorkabel los van de besturingseenheid om enig
inkomend toerentalsignaal te elimineren. Druk op de MAN.-knop op het hoofdscherm van de stabilisator om de
handmatige modus in te voeren. Stel de gewenste toerentalfrequentie in voor de handmatige filter met behulp van de
linker pijltjestoets voor het selecteren van cijfers en de omhoog en omlaag pijltjestoetsen voor het wijzigen van het
geselecteerde cijfer. Druk op ENTER om het trillingsniveau op dit geselecteerde toerental te bekijken. Indien gewenst
kan het handmatige filterniveau worden aangepast om trillingsniveaus op andere frequenties weer te geven. Een
volledige analyse van alle frequenties die van belang zijn is ook beschikbaar door gebruik te maken van de functie
plottrilling.
Deze functie voert een automatische trillingspectrumveeg op gespecificeerde toerental (frequentie)-gebieden uit en
toont grafisch de resultaten op het scherm. Het kan nuttig zijn bij de diagnose van de door de machineconditie
veroorzaakte trillingen of het ontdekken van omgevingsproblemen, die nadelige gevolgen kunnen hebben op het
slijpproces. Het te evalueren toerentalbereik zal variëren afhankelijk van de machine en het proces. Het minimale en
maximale operationele toerental van de slijpmachine moet worden bepaald. Het voorgestelde evaluatiebereik is van
0,4 x (minimum toerental) tot 2,0 x (maximum toerental). Dit omvat alle frequenties die potentiële harmonische
invloeden op het operationele toerentalbereik hebben. Een breed bereik kan ook worden gebruikt om een belangrijk
gebied te identificeren en vervolgens om meer gedetailleerde informatie te krijgen, een nauwere uitgevoerde plot op het
belangrijke toerentalbereik.
TOERENTALBEREIK – Selecteer PLOT VIBRATION uit het menu en selecteer vervolgens RPM RANGE. Het
toerentalbereik is het frequentiebereik dat tijdens de spectrumveeg zal worden geëvalueerd. Gebruik de pijltjestoetsen
om het lage einde van de toerentalbereiken in te stellen, druk op ENTER om de waarde op te slaan en voer vervolgens
het hoge einde van het bereik op dezelfde manier in. Bij het instellen van het toerentalbereik gebuikt u de omhoog en
omlaag pijltjestoetsen om de waarden te verhogen of te verlagen en de linker pijltjestoets om de cursor naar het
gewenste cijfer te verplaatsen.
START – Dit start de trillingsveeg voor het geselecteerde toerentalbereik. De draaiende zandloper aan de rechterkant
van het scherm geeft aan dat de besturing door het toerentalbereik veegt. Tijdens dit proces worden alle opgenomen
toerentallen, paren van trillingsniveaus uit de software-interface in ASCII-formaat verzonden.
toerentalveeg voltooid is, toont het display het resulterende frequentieplot. Niet-geannuleerde plots worden in volle
breedte op scherm weergegeven. Geannuleerde plots zullen minder punten en weergaven in een smallere breedte
hebben. De verticale lijn is lineair en gebaseerd op de piekwaarde, weergegeven bovenaan de plot. De horizontale lijn
is logaritmisch. De piekwaarde zal worden weergegeven door een witte lijn.
1)
VIEW DATA. Druk op deze knop om de weergave van piek-trillingswaarden weer te geven. Dit zijn de top 20
(of minder) geregistreerde waarden in het geselecteerde bereik. De VIB./RPM-knop op dit scherm sorteert de
volgorde van deze waarden, waardoor ze kunnen worden gerangschikt op trillingsniveau of toerental. De
SBS stabilisatiesysteem
30
Plottrilling
Als het
Wanneer de
Advertenties
Inhoudsopgave
