Uitgang pinnamen en functies
Pin#
Naam
22
BOT-R,
10
BOT-NO
9
BOT-NC
15
BOT2-R
14
BOT2-NO
16
BOT2-NC
24
BIP-R
12
BIP-NO
25
BIP-NC
23
FBSI-R
¯¯¯¯¯¯
11
FBSI-NO
¯¯¯¯¯¯¯
8
FBSI-NC
¯¯¯¯¯¯¯
6
RPM
5
RPM-R
Het SBS-stabilisatiesysteem biedt een software-interface via ofwel Ethernet TCP/IP of USB. De software-interface
maakt dezelfde besturingsmogelijkheden als de hardwire-interface plus bewaking van systeemstatus, het instellen van
de automatische stabilisatiegrens en analyse van trillingsspectrum mogelijk.
toepassing op alle SB-5500 modellen.
Maken van een interface
De software-interface biedt een seriële interface-emulatie die de besturing naar een Windows-computer via ofwel
Ethernet TCP/IP of USB verbindt. Voor TCP/IP gebruikt u Telnet bij de door Windows aangegeven regelprompt op
het IP-adres van de besturing, of gebruik HyperTerminal of soortgelijke seriële communicatie-software aangewezen
voor poort 23 met elke baudrate-instelling. Bij het aansluiten via USB wijst Windows een te besturen COM-poort aan.
Als de SB-5500 niet automatisch wordt toegewezen aan een COM-poort, is een driver voor Windows-installatie van
USB-seriële communicatie beschikbaar op de SBS-website of www.grindingcontrol.com. Toewijzing van een COM-
poort wordt bestuurd door Windows en een unieke COM-poort zal worden toegewezen aan elke gedetecteerde SB-
5500 besturing. De toegewezen poort kan worden bepaald door het bekijken van Windows Device Manager. Gebruik
HyperTerminal of andere seriële communicatie-software om te communiceren met de besturing via USB-aansluiting.
Beschrijving
Balance Out of Tolerance: Return, normaal open en normaal gesloten contacten. Deze
uitgang is actief wanneer 1) het gemeten trillingsniveau het door de operator
ingeschakelde tolerantieniveau overschrijdt en blijft actief als de trilling de kritische
tolerantie overschrijdt. 2) Hij blijft ook actief als het spiltoerental het door de operator
gedefinieerde kritische max. toerental overschrijdt, maar niet actief als het spiltoerental
onder de door de gebruiker ingestelde kritische min. toerentalgrens komt.
De functie van het relais tijdens een automatische stabilisatiecyclus wordt bepaald door
de CNC BOT MODE instelling.
Balance Out of Tolerance twee: Return, normaal open en normaal gesloten contacten.
Deze uitgang is actief 1) wanneer het gemeten trillingsniveau de door de operator
gedefinieerde kritische tolerantie overschrijdt, 2) wanneer het spiltoerental het kritische
max. toerental overschrijdt, of 3) als het spiltoerental onder de ingestelde kritische
toerentalgrens komt
De functie van het relais tijdens een automatische stabilisatiecyclus wordt bepaald door
de CNC BOT MODE instelling.
Balance In Progress: Return, normaal open en normaal gesloten contacten. Deze
uitgang is actief wanneer een automatische stabilisatie-operatie aan de gang is.
Mislukte stabilisatie/systeem uitgevallen: Return, normaal open en normaal gesloten
contacten. Deze uitgang is actief wanneer het systeem in de normale operationele
modus is, met de stroom ingeschakeld, en na een succesvolle stroom ingeschakelde
zelftest. Hij wordt spanningsloos als de besturing in een modus met uitgeschakelde
stroom of stroom standby modus is of als er een fout- of storingsconditie ontstaat.
Deze solide status relais sluit een keer per omwenteling. Dit is een gebufferde uitgang
van het toerentalsignaal gegenereerd door de stabilisator. Hij is niet beschikbaar als het
toerental handmatig is ingevoerd.
Software-interface
De volgende beschrijving is van
SBS stabilisatiesysteem
33