pijltjestoetsen worden gebruikt om omhoog of omlaag door de waarden te bladeren. De VIEW PLOT knop keert
terug naar het scherm die de laatste geregistreerde grafiek toont.
2)
SEND DATA. Druk op deze knop om de opgenomen piekwaarden en bijbehorende toerentalwaarden uit de
software-interface in ASCII-formaat te exporteren. Deze informatie kan worden vastgelegd en gebruikt als dat
nodig is.
3)
PLOT SETUP. Door deze knop keert de gebruiker terug naar het instellingsscherm voor het uitvoeren van een
trillingsplot, waar alternatieve toerentalinstellingen ingang kunnen zijn voor het plotten of het plotproces kan
worden afgesloten door het drukken op de EXIT-knop.
Frequentieplot
Een interface van het SBS-besturingsssyteem met een CNC- of PLC-machinebesturing wordt ondersteund via een
hardwire-interface of software-interface. De hardwire-interface is voorzien van een standaard DB-25 connector aan de
achterzijde van elke stabilisatiekaart, terwijl de software-interface wordt ondersteund via ofwel de USB-of
Ethernetverbindingen, die gebruikelijk zijn voor de hele besturingseenheid. Vanwege de vele mogelijke variaties en
configuraties van vereiste kabels voor een dergelijke interface, is het aan de operator om de noodzakelijk kabel te
leveren.
Bij het ontwerpen van een interface is het belangrijk te begrijpen dat de besturing van de slijpmachine het SBS-
systeem moet bedienen. Het is niet mogelijk voor het SBS-systeem om de slijpmachine te besturen.
Lees aandachtig deze volledige handleiding door voordat u een interface maakt van het SBS-systeem met een
machinebesturing. Paragrafen met de interface van andere te installeren SBS-producten in de SBS-besturing worden
afzonderlijk behandeld in de handleiding addendum voor dergelijke producten.
Hardwire-interface
Display piekwaarden
SBS stabilisatiesysteem
31