17 - GASPEDAAL
18 - PEDAAL VAN BEDRIJFSREM
Het pedaal bedient de voor- en achterwielen middels een hydraulisch bekrachtigd remsysteem om de snelheid te verminderen
en de heftruck tot stilstand te brengen.
19 - RIJRICHTINGSCHAKELAAR VOORUIT/VRIJ/ACHTERUIT
Toestemming om de keuzeschakelaar te gebruiken wordt gegeven door het valideren van de
aanwezigheid van de bediener (zie: 2 - BESCHRIJVING: 6 - MENS/MACHINE-INTERFACE MMI).
De rijrichting van de heftruck alleen omzetten als men langzaam rijdt, zonder gas te geven.
• VOORUIT: De knop naar voren drukken (stand A), het controlelampje A1 knippert
en wordt vast zodra u het gaspedaal indrukt.
• ACHTERUIT: Druk de schakelaar naar achteren (positie B). Het controlelampje
B1 knippert en wordt vast zodra u het gaspedaal indrukt.
Achteruitrijdlichten en een geluidssignaal bij het achteruitrijden
geven aan dat de heftruck achteruit rijdt.
• NEUTRAAL: Plaats de schakelaar in het midden (positie C), het controlelampje
C1 licht op en de parkeerrem wordt aangetrokken (standaard).
OPMERKING: Een knipperend controlelampje bij gebruik van de heftruck, wijst op
een fout (zie: 2 - BESCHRIJVING: 6D - DISPLAY: MENUSCHERM.
20 - VERSNELLINGSPOOK
Alvorens een andere versnelling in te kunnen schakelen moet men de versnellingsbak
uitzetten door te drukken op knop 1 op de hendel.
• 1e versnelling: Links naar achteren.
• 2e versnelling: Links naar voren.
• 3e versnelling: Rechts naar achteren.
• 4e versnelling: Rechts naar voren.
GEBRUIKSVOORWAARDEN VAN DE VERSNELLINGEN
OPMERKING: Op de heftrucks met koppelomzetters is het niet nodig systematisch
te starten in de 1ste versnelling en dan geleidelijk over te schakelen.
Het kiezen van de versnelling moet met overleg gebeuren naar gelang de te verrichten werkzaamheden.
Als men niet de juiste versnelling kiest kan de temperatuur van de overbrengingsolie uiterst snel oplopen door bovenmatig doorslaan van de convertor wat ernstige beschadiging van de
overbrenging ten gevolge kan hebben (men moet absoluut de machine stilzetten en de werkomstandigheden wijzigen als het controlelampje van de overbrengingsolie gaat branden).
Het kiezen van een onjuiste versnelling kan eveneens een verlaging van het prestatievermogen van de heftruck bij vooruit rijden met zich mee brengen: als de kracht voor
het vooruitrijden groter wordt, kan de voortschrijdingssnelheid in de versnelling r (bijvoorbeeld 3e versnelling) lager zijn dan de vooruitschrijdingssnelheid die men kan
In het algemeen raden wij aan de volgende versnellingen te gebruiken naar gelang de te verrichten werkzaamheden.
• Op de weg: Vertrekken in de 3e versnelling en overschakelen op de 4e als de omstandigheden en de staat van de
weg dit toelaten. In bergachtige gebieden, vertrekken in 2e versnelling en overschakelen op de 3e als de
omstandigheden en de staat van de weg dit toelaten.
• Met een aanhanger op de weg: Vertrekken in 2e versnelling en overschakelen op de 3e als de omstandigheden en
• Bij lossen en laden: 3e versnelling.
• Grond- en graafwerk: 1ste versnelling.
• Opladen (met laadbak, mestvork...): 2e versnelling.
BELANGRIJK
verkrijgen met de versnelling r-1 (bijvoorbeeld de 2e in plaats van de 3e versnelling).
de staat van de weg dit toestaan.
2e versnelling in beperkte ruimten of plaatsen.
2 - 52
A
C
B
A1
C1
B1
1
2
4
1
3