B9 – VENTILATIEFILTERS CABINE
VENTILATIEFILTER CABINE BUITEN
- Verwijder de ventilatiefilter cabine 1.
- Het filter met een persluchtstraal reinigen.
- De staat van de filter controleren en hem
zo nodig vervangen (zie: 3 - ONDERHOUD:
FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
- Plaats de filter terug.
- Het beschermingscarter 2 weer op zijn plaats
brengen.
INWENDIGE VENTILATIEFILTER VAN CABINE
- Verwijder het beschermingsrooster 3.
- Verwijder de ventilatiefilter cabine 4.
- Het filter met een persluchtstraal reinigen.
- De staat van de filter controleren en hem
zo nodig vervangen (zie: 3 - ONDERHOUD:
FILTERELEMENTEN EN DRIJFRIEMEN).
- Plaats de filter terug.
- Plaats het beschermingsrooster 3 terug.
B10 – BUNDEL VAN DE CONDENSATOR (OPTIE AIRCONDITIONING)
In een vervuilde omgeving, de bundel van de radiator dagelijks schoonmaken. Gebruik geen waterstraal of
hogedrukstoom, dit zou de bladen van de condensor kunnen beschadigen.
- Controleer visueel of de condensor schoon is en maak deze indien nodig schoon.
- Maak de condensor schoon met behulp van een persluchtstraal gericht in dezelfde
richting als de luchtstroom.
- Voer deze handeling uit met draaiende ventilator voor een optimale reiniging.
REINIGEN
CONTROLEREN - SCHOONMAKEN
BELANGRIJK
3 - 19
1
3
2
4