Telefoneren
gebruiker op afstand kan zichzelf ertegen beschermen om op afstand
doorgeschakeld te worden door een andere gebruiker door het veld in te
schakelen.
1. In het WebAdmin portaal, navigeer naar
Standaard
2. Selecteer het type Eindstation, klik dan op Sleutelconfiguratie.
3. Selecteer een van de Bovenste softkeys, bijvoorbeeld, T6.
4. Van de
5. Van de
Forwarding, CFU) voor een andere gebruiker
6.
Selecteer een Gebruiker
ingeschakeld voor oproepdoorschakeling.
7. Geef het
geschakeld. Als het bestemmingsnummer niet opgegeven is, wordt de
gebruiker weergegeven met een tekstveld om een bestemmingsnum-
mer op te geven tijdens toekomstige activatie.
Merk op dat deze functietoets (zonder een pregeconfigureerde bestem-
mingsnummer) de gebruiker toelaat om de bestemmingsnummer indien
gewenst te wijzigen. De LED is NIET gevisualiseeertd tijdens functie-
activatie/deactivatie voor zulke functiesleutels.
8. Klik op Toepassen. De functiesleutels is gecreëerd..
De gebruiker kan CFX activeren/deactiveren voor een andere gebruiker
met behulp van de functiesleutel.
90
Eindstations.
Mode
drop-downlijst, selecteer Functie.
Functie
drop-downlijst, selecteer
uit de drop-downlijst. Geselecteerd nummer is
Bestemmingsnummer
Configuratie
Oproep doorschakelen (Call
aan/uit.
in waar de oproep moet worden door-
>
Eindstations
>
Mitel 6930 SIP
eud-1783/1.0 – R7.0 – 12.2021