MODEL
HD5
HD8 EN HD10 BEHALVE
CALIFORNIË-MODELLEN
HD8 EN HD10
CALIFORNIË-MODELLEN
Alle modellen
Rijden in geladen toestand
Matig uw snelheid en draai geleide-
lijk aan wanneer u ladingen ver-
voert. Vermijd hellingen en ruig
terrein. Voorzie een langere remaf-
stand. Wanneer dit voertuig een
zware last trekt, neemt zijn remaf-
stand toe, vooral op een helling.
De laadbak kantelen
De laadbak kan worden gekanteld,
zodat u de lading gemakkelijker
kunt lossen. Gebruik hiervoor de
hendels aan elke kant van de laad-
bak.
GEZIEN VANAF DE RECHTERKANT VAN
DE MOTOR
1. Ontgrendelingshendels
OPMERKING
Zet altijd de motor
uit wanneer u de laadbak kantelt.
MAXIMUMGEWICHT LADINGEN LAADBAK
LAADBAK
ACHTERKLEP
VEILIGHEIDSINFORMATIE
LADINGEN VERPLAATSEN EN WERKEN
272 kg
Gelijkmatig verdeeld en veilig
454 kg
vastgemaakt. Zo laag mogelijk geladen
om het zwaartepunt zo laag mogelijk te
houden.
272 kg
Alleen terwijl u de laadbak laadt. Rij
113 kg
nooit met de achterklep open.
WAARSCHUWING
-
Zorg er steeds voor dat er
niemand achter de laadbak
staat wanneer u aan de hen-
del trekt om de laadbak te
kantelen.
-
Het laadgewicht kan de wer-
king van het kantelen van de
laadbak beïnvloeden (kante-
len of naar omlaag laten).
Wees erg voorzichtig wanneer u
de achterklep en de laadbak be-
dient. Tijdens het transport kan de
lading verschoven zijn.
Om de laadbak terug omlaag te
brengen, duwt u de laadbak naar
beneden toe op zijn plaats.
WAARSCHUWING
-
Zorg ervoor dat uzelf en an-
dere personen weg van de
laadbak en de plaats waar
deze op het voertuigframe
neerkomt staan wanneer u
de laadbak omlaag brengt.
-
Zorg ervoor dat u de laadbak
en de achterklep correct
vastmaakt voor u rijdt.
-
Zorg ervoor dat er geen ob-
jecten tussen de gekantelde
laadbak en het voertuigfra-
me zitten, zodat de laadbak
goed kan worden vastge-
maakt nadat deze omlaag
gebracht is.
35