en achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
3. Voer de volgende stappen uit om de
cilinder, de zuigerveren etc. te
beschermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedop en de
bougie.
b. Giet een theelepel motorolie in
het bougiegat.
c. Breng de bougiedop aan op de
bougie en leg dan de bougie
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer
ronddraaien op de startmotor.
(De cilinderwand wordt zo geo-
lied.)
e. Haal de bougiedop los van de
bougie en breng dan de bougie
en de bougiedop weer aan.
WAARSCHUWING! Verbind de
bougie-elektrodes
massa bij het ronddraaien van
de motor om schade of letsel
door vonkvorming te voorko-
men.
[DWA10951]
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
4. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
5. Controleer de bandspanning en cor-
rigeer deze indien nodig en breng
dan de scooter omhoog zodat beide
wielen los van de grond zijn. Een
andere mogelijkheid is de wielen elke
maand iets te draaien, zodat de ban-
den niet op één gedeelte sterker ach-
teruitgaan.
6. Dek de uitlaatdemper af met een
plastic zak om te voorkomen dat
vocht kan binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze volle-
dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad deze eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
overmatig koude of warme plek op
[onder 0 °C (30 °F) of boven 30 °C (90
°F)]. Zie pagina 6-25 voor meer infor-
matie over het opbergen van de
met
de
accu.
OPMERKING
Verricht eventueel noodzakelijke repara-
ties alvorens de scooter te stallen.
7-4
7