Tips voor een zuinig
brandstofverbruik
Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips
om het brandstofverbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
G
lereren niet te hoog op.
Voer het toerental niet te hoog op ter-
G
wijl de motor onbelast draait.
Laat de motor niet langdurig statio-
G
nair draaien maar zet hem af (bijvoor-
beeld in files, bij stoplichten of bij
spoorwegovergangen).
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU16820
Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te
zwaar worden belast. De verschillende
onderdelen van de motor slijten op elkaar
in totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn
bereikt. Rijd tijdens deze periode nooit
langdurig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langdurig meer
G
dan 4000 tpm maken. LET OP: Na
1000 km (600 mi) moeten de
motorolie en de eindoverbren-
gingsolie worden ververst.
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langdurig meer
G
dan 6000 tpm draaien.
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden
G
gebruikt.
DAU16841
LET OP
G
G
DAUS1810
[DCA11661]
5-4
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone
wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
DCA10310
5