Om het stuur te vergrendelen
1
2
1. Drukken
2. Draaien
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de "OFF"-stand in
en draai deze dan naar "LOCK".
Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Om het stuur te ontgrendelen
1
1. Drukken
2. Draaien
Druk de sleutel in en draai deze dan naar
"OFF". Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
2
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht,
de kentekenverlichting en het parkeerlicht
branden. De alarmverlichting en richting-
aanwijzers kunnen worden ingeschakeld,
maar alle andere elektrische systemen zijn
uit. De sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar "
LET OP
Gebruik de parkeerstand niet geduren-
de langere tijd, anders kan de accu ont-
laden raken.
3-3
(Parkeren)
" te kunnen draaien.
DAU10941
3
DCA11020