Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoudsschema Oplegger - Koetswerk; Onderhoudsschema Zelflossysteem; Wielen - STAS Buildstar Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

F. PREVENTIEF ONDERHOUD

2. ONDERHOUDSSCHEMA OPLEGGER - KOETSWERK

Een goed onderhouden koetswerk draagt bij tot een langere levensduur van de oplegger. Was de oplegger met aan-
gepaste detergent (car-shampoo) en voldoende water.
Om problemen met de lak te vermijden raden wij aan om de oplegger de eerste 4 weken
na levering niet met behulp van een hogedrukreiniger en/of detergent te reinigen.
Consulteer de sticker op de oplegger.
Om lakschade te vermijden mogen de aangebrachte reclame en zelfklevers niet
verwijderd worden.
Reinigingsvoorschriften voor reiniging met hogedrukreiniger:
Gebruik de eerste 3 maanden koud water, zo nodig met lage dosering van neutraal reinigingsmiddel. Werkdruk
40-60 bar.
Na 3 maanden kan warm water worden gebruikt met een dosering licht alkalisch reinigingsmiddel. Temperatuur
40-60°C. Werkdruk 60-100 bar.
Spuitafstand ten minste 30 cm.
De spuitlans niet stil houden, maar steeds onder een hoek van ongeveer 45° bewegen over de laklaag.
Toepassing van een hogere temperatuur of druk, een kleinere spuitafstand en (of)
agressievere chemicaliën, veroorzaken hechtings- en glansverlies van het laksys-
teem.

3. ONDERHOUDSSCHEMA ZELFLOSSYSTEEM

De grote kracht en de druk van het systeem kunnen ernstige verwondingen veroorzaken.
Schakel de pomp steeds uit tijdens onderhoud of herstelling.
Om een hoge mate van bedrijfszekerheid en een lange levensduur van uw zelflossysteem te garanderen dient u de
volgende procedures uit te voeren.
Controleer de kwaliteit van de olie (6-maandelijks).
Vervang het filterelement (jaarlijks).
Vervang de hydraulische olie (2-jaarlijks of frequenter indien de controle dit uitwijst).
Controleer de hoeveelheid olie in de tank. Om warmte-ontwikkeling te onderdrukken moet er minimaal 150 l olie
in de tank aanwezig zijn.
Gebruik bij het bijvullen of het vervangen van de olie steeds goede hydraulische olie vol-
gens ISO VG 32.
Algemene controles voor de zelflossystemen zijn:
Controleer of de schroeven/bouten nog voldoende vast zitten. Span aan of vervang indien nodig.
Controleer de wartels en de koppelingen van alle hydraulische componenten.
Verwijder achtergebleven resten (condensaat, vuil,...) van de tankbodem van de olietank. Dit kan door het weg-
nemen van het tankdeksel.
Controleer de filterelementen en vervang indien nodig (minimum jaarlijks). De controle kan uitgevoerd worden
door het verwijderen van het filterdeksel van de retour- en persfilter.
Controleer of het omschakelventiel goed is afgesteld en dat de schakeling plaats vindt volgens de voorschriften.
Reinig regelmatig de vloerdelen met een stoomcleaner.
Controleer de afdichting tussen de twee vaste vloerprofielen en de bewegende profielen. Indien er speling is
tussen deze profielen, dan moeten de vaste profielen bijgesteld worden zodat de afdichting optimaal blijft en
lekkage via de zijwanden voorkomen wordt.
Controleer de verbinding tussen de aluminium vloerprofielen en het zelflossysteem. Indien speling aanwezig is,
draai de schroeven aan of vervang ze.
Bovenstaande controles zijn noodzakelijk om inwendige slijtage te voorkomen.

4. WIELEN

De leden van de EUWA (Association of European wheel manufacturers = vereniging van de Europese wielconstructeurs)
wensen u op de hoogte te brengen inzake een mogelijke technische kwestie betreffende de stalen en aluminium wielen op
commerciële voertuigen.
Op de Europese commerciële voertuigenmarkt wordt een trend vastgesteld waarbij een meer en meer geoptimaliseerd
gewicht van een naafontwerp wordt gecreëerd. De gewichtsoptimalisatie is vaak gecreëerd door het gebruik van een
'stervormige" omtrek van de naaf.
In de definitie van de trekker en oplegger wiel verbinding, i.e. in de ISO 4107 of DIN 74361-3 wordt enkel de diameter van
de wielondersteuning gedefinieerd (buiten diameter van de naaf), maar er wordt niet duidelijk gedefinieerd dat de omtreklijn
van de naaf cirkelvormig moet zijn. Het gebruik van andere vormen is niet expliciet verboden.
Om de veiligheid te maximaliseren wordt door EUWA ten stelligste aangeraden om op de voertuigen, uitgerust met niet-cir-
kelvormige- of stervormige naven, de wielen iedere 50.000 km te controleren op scheuren en barsten op de binnenste- en
buitenste verbindingsvlakken. Bij vaststelling van scheuren dienen de wielen onmiddellijk vervangen te worden! In dergelijke
geval dienen ook de naven gecontroleerd te worden op slijtage en scheuren en indien nodig moeten ook deze vervangen
worden.
STAS - Manual
35

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave