Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

D. SYSTEEMBESCHRIJVINGEN
WAARSCHUWINGSLAMP
De waarschuwing wordt afgebroken, wanneer het voertuig een snelheid van 7 km/u overschrijdt. Bij systeemstoringen
wordt de ABS-waarschuwingslamp permanent geactiveerd.
De overeenkomstige informatie wordt tegelijkertijd aan de interface trekker-getrokken voertuig doorgegeven en kan op
de display worden weergegeven.
Het systeem herkent automatisch wanneer nieuwe slijtage-indicatoren zijn gemonteerd bij vervanging van de rem-
blokken. Alle waarschuwingsfasen worden na circa 2 minuten gedeactiveerd (contact gedurende minimaal 2 minuten
inschakelen). De waarschuwingslamp gaat pas uit wanneer het contact opnieuw is ingeschakeld.
De laatste vijf vervangingen van de remblokken (kilometerstand en bedrijfsuren wanneer de tweede waarschuwingsfa-
se en vervanging van remblokken hebben plaatsgevonden) worden in de ECU opgeslagen en kunnen met de PC-diag-
nose worden uitgelezen.

3.3. REMAANSLUITING

De aansluitpunten op de oplegger bevinden zich vooraan. De commandolijn is geel gecodeerd terwijl de voorraadlijn
rood gecodeerd is.
Figuur 3.3.a. – 3 remsysteem
Waarschuwingsfase 1
Wanneer de draad in de indicator is afgesleten tijdens
het remmen (> 3 remmingen), is er kortsluiting naar de
aarde (aardeverbinding tussen rem en chassis is nood-
zakelijk) en wordt waarschuwingsfase 1 geactiveerd. Bij
de eerste waarschuwingsfase knippert de ABS-waar-
schuwingslamp 4x (1 cyclus), nadat het contact is
aangezet.
Waarschuwingsfase 2
Wanneer de draad in de indicator al 4 minuten is
doorgesleten, dan wordt in de slijtage-ingang een
spanning van 4,5 Volt gemeten en waarschuwingsfase 2
geactiveerd. Bij de tweede waarschuwingsfase knippert
de ABS-waarschuwingslamp 4x 4 cycli (totaal 16 keer),
nadat het contact is aangezet.
Bij het ontkoppelen van de aansluitslangen worden de remmen automatisch geacti-
veerd.
Na het afkoppelen van de luchtleidingen moeten de aansluitpunten tegen vervuiling
door water en stof beschermd worden door de klepjes van de koppelhandjes over de
opening te plaatsen.
De parkeerrem wordt NIET automatisch opgezet na het ontkoppelen van de comman-
do- en voorraad-luchtleiding.
Herstellingen aan het remsysteem mogen enkel uitgevoerd worden door bekwame
technici.
Onderdelen van de reminstallatie die vervangen dienen te worden moeten steeds
vervangen worden door identieke onderdelen
Opleggers met het EBS-E remsysteem mogen uitsluitend gekoppeld worden aan
trekkers met ofwel:
een ISO7638-1996 elektrische verbinding (7-polig, 24V, CAN-databus),
een ISO7638-1985 elektrische verbinding (5-polig, 24V, geen CAN-databus).
Figuur 3.3.b. – 7-polige stekker (links) en 5-polige stekker (rechts)
Indien de ISO7638 kabel niet verbonden is werken het ABS en de toegevoegde functies NIET.
Het remsysteem werkt in dit geval zoals een conventioneel remsysteem.
STAS - Manual
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave