Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Masimo Rainbow SET Gebruikershandleiding pagina 56

Met signaalextractie rad-57
Inhoudsopgave

Advertenties

6
SpO
KOMEN NIET OVER-
EEN MET KLINISCHE
BEOORDELING OF
ABG-WAARDEN.
ONVERWACHT
HOGE SpO
OF SpMet-WAARDE
ONVERWACHT
HOGE SpCO-
WAARDE
MOEILIJK TE
VERKIJRGEN OF
GEEN SpO
SPMET* WAARDE
RONDGAANDE
000'S (NULLEN)
MOEILIJK OF NIET
TE VERKRIJGEN
SpCO/SpMet-
AFLEESWAARDEN
* beschikbaar na upgrade van het Apparaat
Net als bij alle andere CO-oximeters kunnen verhoogde methemoglobineconcentraties
onjuiste, verhoogde carboxyhemoglobinewaarden veroorzaken.
6-2
PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK/
OORZAKEN
WAARDEN
2
Geringe perfusie of
verschoven sensor.
Lage SIQ- of PI-waarden.
, SpCO*-
2
Onjuiste sensormaat of
onjuiste meetlocatie van
sensor.
Mogelijk verhoogde
methemoglobinespiegel
Batterij bijna leeg /
niet aangesloten op
netvoeding.
Interferentie van ruis
veroorzaakt door
lijnfrequentie.
/SPCO*/
2
Onjuiste sensor of
sensormaat.
Te veel omgevingslicht of
stroboscopisch licht.
Zie voor aanvullende informatie ook hoofdstuk 4, Effectieve bewaking.
Apparaat zoekt naar
hartslag.
Te veel beweging
Onjuiste sensor of
sensormaat.
p r o b l e e m o p l o s s i n g
Controleer of er foutberichten worden
weergegeven. Zie hoofdstuk 5,
Systeemberichten, voor informatie over
aanbevolen maatregelen.
Controleer of de sensor verkeerd of te
strak zit. Breng de sensor opnieuw aan
of verplaats deze.
Stel het instrument in op de
gevoeligheidsstand MAX en controleer of
de sensor goed aan de patiënt bevestigd is.
Zie de gebruiksaanwijzing van de sensor.
Verplaats de sensor naar een locatie met
een hoge SIQ- en PI-waarde. Bepaal een
gemiddelde waarde van drie verschillende
locaties om de nauwkeurigheid te
vergroten. Bied een bloedmonster ter
vergelijking voor een CO-oximetrieproef
in een laboratorium aan.
Controleer of de sensormaat geschikt is
voor de patiënt.
Controleer of de sensorlocatie geschikt is.
Bied een bloedmonster voor een
.
CO-oximetrieproef in een laboratorium aan.
Plaats de handbediening in het
dockingstation en controleer of de stekker
van het dockingstation is ingestoken en het
voedingslampje van het dockingstation brandt.
Controleer of de menu-instelling 50/60 Hz
is of stel deze daarop in. Zie hoofdstuk 3,
Beginopstelling, voor meer informatie.
Controleer of de sensor en de sensormaat
geschikt zijn voor de patiënt.
Bescherm de sensor tegen teveel
omgevingslicht of stroboscopisch licht.
Maak het Apparaat los en sluit het weer aan
als er niet binnen 30 seconden een waarde
wordt weergegeven. Verplaats de sensor
naar een beter doorbloede locatie als het
apparaat naar een hartslag blijft zoeken.
Minimaliseer of elimineer beweging op de
plek van bewaking.
Controleer of sensor geschikt is voor
SpCO/SpMet. Controleer of de sensormaat
geschikt is voor de patiënt.
Bedieningshandleiding Pulse CO-Oximeter met signaalextractie Rad-57
AANBEVELING

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave