Inhoudsopgave
Advertenties
o v e r z i c h t
FUNCTIONELE EN FRACTIONELE VERZADIGING
De Rad-57 wordt gekalibreerd om de functionele verzadiging (SpO
te geven: de hoeveelheid oxyhemoglobine uitgedrukt als een percentage hemoglobine
dat beschikbaar is om zuurstof te transporteren. Let op: carboxyhemoglobine kan geen
zuurstof transporteren, maar wordt als van zuurstof voorziene hemoglobine herkend door
conventionele pulsoximetrie.
RAD-57 VERSUS METINGEN UIT AFGENOMEN VOLBLOEDMONSTERS
Wanneer SpO
-, SpCO-, SpMet- en SpHb-metingen, verkregen van de Rad-57 (non-
2
invasief), worden vergeleken bloedgasmetingen met afgenomen volbloed (invasief) en/of
laboratoriummethoden voor CO-oximetrie, dienen de resultaten met zorg te worden geëvalueerd
en geïnterpreteerd. De bloedgasmetingen en/of CO-oximetriemetingen in een laboratorium
kunnen afwijken van de SpO
Oximeter. Voor SpO
worden gewoonlijk andere resultaten uit het arteriële bloedgasmonster
2
verkregen als de berekende waarde niet op de juiste wijze wordt gecorrigeerd voor de gevolgen
van variabelen die een verschuiving teweegbrengen in de verhouding tussen de partiële
zuurstofdruk (PO
) en verzadiging, zoals: pH, temperatuur, de partiële druk van kooldioxide
2
(PCO
), 2,3-DPG en foetale hemoglobine. Voor SpCO worden tevens afwijkende resultaten
2
verwacht als de concentratie methemoglobine in het bloedgasmonster hoger dan normaal is.
Een hoog bilirubinegehalte kan foutieve afl eeswaarden voor SpO
veroorzaken. Aangezien bloedmonsters meestal worden afgenomen binnen 20 seconden (de
tijd die nodig is om bloed af te nemen), kan een zinnige vergelijking slechts worden gemaakt
als de zuurstofverzadiging, carboxyhemoglobineconcentratie en methemoglobineconcentratie
van de patiënt stabiel zijn en niet veranderen gedurende de afname van het bloedgasmonster.
Daarnaast kunnen via bloedgas en in een laboratorium uitgevoerde CO-oximetriemetingen van
SpO
, SpCO, SpMet en SpHb variëren bij snelle toediening van vloeistoffen en bij procedures
2
zoals dialyse. Bovendien kunnen testen met afgenomen volbloed worden beïnvloed door de
hanteringsmethoden van de monsters en de tijd die verstreken is tussen het afnemen van het
bloed en het testen van het monster.
MASIMO SET SIGNAL EXTRACTION TECHNOLOGY FOR SpO
De signaalverwerking van de Masimo-signaalextractietechnologie verschilt van die
van conventionele pulsoximeters. De traditionele hartslagoximeters gaan ervan uit dat
slagaderlijk bloed het enige bloed is dat stroomt (pulseert) aan de meetplek. Als de
patiënt echter beweegt, beweegt het niet-arteriële bloed ook, waardoor de traditionele
hartslagoximeters lage waarden weergeven omdat geen onderscheid kan worden
gemaakt tussen de slagaderlijke en aderlijke bloedstroom (soms ruis genoemd). De SET-
pulsoximetrie van Masimo maakt gebruik van parallelle motoren en adaptieve digitale
filters. Deze krachtige, adaptieve filters passen zich aan de verschillende fysiologische
signalen en/of ruis aan en scheiden deze signalen door het hele signaal te bekijken en uit
te splitsen in de basiscomponenten ervan. De Masimo SET signaalverwerkingsalgoritme
Discrete Saturation Transform
isoleert deze en annuleert de ruis met behulp van de adaptieve filters. Vervolgens wordt
de daadwerkelijke arteriële zuurstofverzadiging weergegeven op het bewakingsscherm.
Bedieningshandleiding Pulse CO-Oximeter met signaalextractie Rad-57
-, SpCO-, SpMet- en SpHb-metingen op de Rad-57 Pulse CO-
2
(DST)
onderscheidt de ruis op betrouwbare wijze,
®
®
) te meten en weer
2
, SpMet, SpCO en SpHb
2
-METINGEN
2
1
1-9
Advertenties
Inhoudsopgave
