Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Numeriek Scherm - Pi; Zwak Signaal Iq (Lage Siq); Lage Perfusie - Masimo Rainbow SET Gebruikershandleiding

Met signaalextractie rad-57
Inhoudsopgave

Advertenties

4

NUMERIEK SCHERM - PI

De weergave van de perfusie-index (PI) is een relatieve numerieke indicatie van de kracht
van de hartslag op de bewaakte plek. Het gaat hierbij om een berekend percentage
dat de verhouding aangeeft tussen het kloppend en het niet-kloppend signaal van
het slagaderlijke bloed dat door de locatie stroomt. De PI kan worden gebruikt om de
best doorbloede locatie te zoeken en om fysiologische veranderingen bij de patiënt
te volgen. U ziet een bereik van < 0,1% tot > 5% op de staafgrafiek en een numeriek
bereik van 0,03% tot 20,0% op het scherm. Een percentage van meer dan 1,00% is
wenselijk. Extreme fluctuaties van de weergegeven waarde worden veroorzaakt door
veranderingen in de fysiologie en de bloedstroom.
PLETH VARIABILITY INDEX - PVI (Apparaat met upgrade)
De Pleth Variability Index (PVI) is een maat voor de dynamische veranderingen in de
perfusie-index (PI) die optreden tijdens de ademhalingscyclus. De berekening wordt
verkregen door de veranderingen in de PI te meten over een tijdsinterval waarbinnen één
of meer ademhalingscycli zijn opgetreden. De PVI wordt weergegeven als percentage
(0-100%).

ZWAK SIGNAAL IQ (LAGE SIQ)

Het beeldscherm van de Rad-57 geeft een visuele indicatie van de het Signaal-IQ en
een waarschuwing wanneer de weergegeven waarden niet zijn gebaseerd op voldoende
Signaal-IQ. De indicator Low SIQ knippert als de waarden mogelijk niet te vertrouwen zijn.
Als de indicator Low SIQ knippert, ga dan voorzichtig als volgt te werk:
Na de bovenstaande handelingen kan men overwegen om een arterieel bloedmonster voor
CO-oximetrie-analyse te nemen om de zuurstofverzadigingswaarde vast te stellen in geval
de indicatie "Low SIQ" dikwijls optreedt of aanhoudt.

LAGE PERFUSIE

Er is sprake van geringe perfusie als de arteriële hartslag zeer zwak is (zwakke perfusie).
Een geringe perfusie is herkenbaar aan het feit dat de LED-balk van de PI-waarde niet
voorbij 0,25 komt op de Rad-57.
LET OP: ALS VAAK WORDT AANGEGEVEN DAT DE PERFUSIE LAAG IS, MOET U EEN
BETER GEPERFUNDEERDE MONITORINGLOCATIE ZOEKEN. INTUSSEN MOET DE
PATIËNT WORDEN BEOORDEELD EN MOET DE ZUURSTOFVERZADIGING ZONODIG
MET ANDERE MIDDELEN WORDEN GECONTROLEERD.
4-8
Beoordeel de patiënt.
Controleer de sensor en verzeker u ervan dat de sensor juist is aangebracht. De
sensor moet goed vastzitten op de plek, anders kan de Rad-57 geen nauwkeurige
aflezing verrichten. Als de straler en detector van de sensor foutief zijn uitgelijnd,
kunnen zwakkere signalen het gevolg zijn.
Bepaal of er een extreme verandering heeft plaatsgevonden in de fysiologie van
de patiënt en de bloedstroom op de sensorplek (bijvoorbeeld een geïnflateerd
bloeddrukmanchet, een knijpbeweging, afname van een arterieel-bloedmonster van
de hand waar de pulsoximetriesensor zich bevindt, ernstige hypotensie, vernauwing
van de perifere bloedvaten als reactie op onderkoeling, geneesmiddelen, of een
aanval van de ziekte van Raynaud).
Bij pasgeborenen of kleine kinderen moet men erop toezien dat de perifere
bloedstroom naar de sensorplek ononderbroken is; dit kan bijvoorbeeld gebeuren
bij het optillen of kruisen van de beentjes tijdens het verschonen.
Bedieningshandleiding Pulse CO-Oximeter met signaalextractie Rad-57
b e d i e n i n g

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave