Brandstoftoevoer
6.1.
Leidinglengtes en opvoerhoogte
De brandstof wordt aan de brandstoftank van het schip of aan een aparte
brandtstoftank ontnomen. De gegevens over de toelaatbare druk op het
brandstof-aansluitingpunt staan in afb. 15 aangegeven.
Houd reeds bij de inbouw van het apparaat rekening met de toegestane
maximale brandstofzuighoogte resp. opvoerhoogte voor doseerpompen.
Toegestane
brandstoftoevoerhoogte H [m]
0,00
1,00
2,00
Toegestane
brandstofzuighoogte S [m]
0,00
0,50
1,00
126
Bij max. toegestane overdruk
[bar] in de brandstofleiding
0,2
0,11
0,03
Bij max. toegestane overdruk
[bar] in de brandstoftank
-0,10
-0,06
-0,02
Scheepsverwarmingssystemen
i Ø 2 mm
i Ø 2 mm
I
2
≤ 1,2 m
l
1
≤ 8,8 m
l
2
Afb. 15: Toegestane leidinglengtes en opvoerhoogtes
max. 3 m
I
2
i Ø 2 mm
I
1
I
1
H
S