Scheepsverwarmingssystemen
4.3.3.
Uitlaatgasleidingen in verblijfruimten van personen
WAARSCHUWING!
Installeer het verwarmingsapparaat en de uitlaatgasleiding
indien mogelijk niet in verblijfruimten van personen!
(Verstikkingsgevaar bij ondeskundige aanleg)
•
Indien geen andere plaats beschikbaar is: stijve buizen van roestvrij
staal met een wanddikte van
≤
•
Buis na
10 jaar door een nieuwe buis vervangen!
•
Geen demonteerbare verbindingsplaatsen in verblijfruimten van
personen!
•
Gebruik alleen hittebestendig afdichtingsmateriaal!
4.4.
Verbindingen van uitlaatgasleidingen
•
Houd rekening met het volgende bij het aanleggen van het
uitlaatgaskanaal: alle verbindingen dicht!
•
Gebruik alleen door Webasto goedgekeurde uitlaatklemmen!
Gebruik geen slangklemmen!
Afb. 10: Toegestane uitlaatklemmen voor bevestiging van
uitlaatgasleiding
≥
1 mm gebruiken!
4.5.
Thermische isolatie
Houd rekening met het volgende bij het aanleggen van het
uitlaatgaskanaal:
•
Voorkom contact tussen het uitlaatgaskanaal en
temperatuurgevoelige voorwerpen zoals elektriciteitsleidingen,
waterleidingen, kunststof onderdelen, zeilen of scheepsromp.
•
Indien contact met personen/voorwerpen tijdens gebruik van de
verwarming mogelijk is: isoleer de uitlaatgasleiding en plaats een
beschermingsinrichting tegen aanraking! Geschikte isolatie van
uitlaatgasleiding: zie Webasto toebehorencatalogus.
Afb. 11: Uitlaatgasisolatieslang
≤
•
Oppervlaktetemperatuur
•
Minimale afstand tot wanden
4.6.
Zwanenhals
Laatste stuk van de uitlaatgasleiding: zwanenhals met
niveauverschil naar de uitvoer toe (wegens mogelijke
watertoetreding)!
≥
Hoogte van de zwanenhals:
20 cm.
Uitlaatgas
80 °C!
≥
20 mm.
121