Scheepsverwarmingssystemen
4
Uitlaatgas
4.1.
Uitlaatkanaal
Geleid de verbrandingsgassen via het uitlaatkanaal uit de boot.
1) Verwarmingsapparaat
2) Aanzuiging verbrandingslucht
3) Flexibele uitlaatgasleiding van
roestvrij staal
4) Condensafvoer
Afb. 8:
Uitlaatkanaal
5) Uitlaatgeluiddemper
6) Isolering
7) Zwanenhals
8) Huiddoorvoer
4.2.
Gasuitlaat
Plaats van de uitlaat:
•
Maak de gasuitlaat daar waar geen golven kunnen binnendringen.
Advies:
Zeilschepen: op de achtersteven.
Motorschepen: in de scheepswand.
De gasuitlaat mag niet onder of naast ventilatiesystemen,
vensteropeningen of de verwarmingsluchtinlaat worden
geplaatst (verstikkingsgevaar)!
•
minimaal 60 cm boven de waterlijn zodat geen watertoetreding bij
slagzij mogelijk is
•
niet verbinden met uitlaatleiding van motor of generator (hogere druk,
schade aan verwarmingsapparaat!)
•
niet in de vaarrichting van de boot (hogere winddruk)
•
niet op een plaats waar de uitlaat gemakkelijk kan worden bedekt,
bijv. door fender.
Huiddoorvoer:
•
Keuze van uitvoering en inbouwplaats: minimalisering van
binnenkomend regenwater!
•
Gebruik alleen originele huiddoorvoeren van Webasto! Gebruik
isolatieschijven voor het thermisch ontkoppelen van de scheepswand
(minimalisering binnentreden van water)!
Bij extra afdichting: gebruik alleen hittebestendig afdichtingsmateriaal!
•
Huiddoorvoer: niet afsluitbaar; niet met zelfopenende kleppen.
Uitlaatgas
LET OP!
119