5‐4
Problemen en oplossingen
Probleem
8.
Geen spoellucht bij
indrukken van de
pistoolspoelknop
9.
Weinig poederflow of
schokkerige
poederflow
P/N 7580173_16
Mogelijke oorzaak
Defect in
pistooltriggerschakelaar of
-kabel, defecte
spoelmagneetklep in
verdeelstuk van besturing,
geen persluchtdruk of
afgeknelde luchtslang
Druk persluchttoevoer te laag
Luchttoevoerfilter verstopt of
filterbak vol, watervervuiling
in besturing
Storing transportluchtklep
Luchtslang afgekneld of
verstopt
Pomppijpstuk versleten
Pomp is niet correct in elkaar
gezet
Aanzuigbuis verstopt
Toevoer naar trildoos staat uit
(alleen machines met
trildoos)
Fluïdisatielucht te hoog
ingesteld
Fluïdisatielucht te laag
ingesteld
Poederslang verstopt of
afgekneld
Poederslang te lang of
binnendiameter te gering
Poederkanaal in pistool
verstopt
Aansluitingen voor
verstuivingslucht en
transportlucht zijn verwisseld
Maatregelen
Als het bedieningspaneel niet P weergeeft
bij indrukken van de spoelknop, is de
pistooltriggerschakelaar mogelijk defect.
De Geleidingstests voor pistoolkabel op
pagina 5‐8 uitvoeren. Vervang de
triggerschakelaar als de kabel in orde is.
Als het bedieningspaneel P weergeeft bij
indrukken van de spoelknop, controleer
dan de spoelluchtslang en de
spoelmagneetklep van het verdeelstuk.
De toevoerdruk moet hoger zijn dan 4,1 bar
(60 psi).
Verwijder de filterbak en tap water/vuil af.
Vervang het filterelement zo nodig. Maak
het systeem schoon en vervang
onderdelen zo nodig.
Verwijder de klep en controleer de
boringen in het verdeelstuk. Vervang de
klep als het verdeelstuk in orde is.
Controleer of de slangen voor
transportlucht en verstuivingslucht zijn
afgekneld.
Vervang het pomppijpstuk.
Controleer de pomp.
Controleer of de aanzuigbuis door
vervuiling of een zak (machine met trildoos)
is geblokkeerd.
Controleer of de besturing wel is
geconfigureerd voor trildoosvoeding. Zie
het hoofdstuk Instellen.
Wanneer de fluïdisatielucht te hoog is
ingesteld, bevat de lucht te weinig poeder.
Wanneer de fluïdisatielucht te laag is
ingesteld, zal de pomp niet met maximaal
rendement functioneren.
Controleer de slang op afknelling en blaas
door met perslucht.
Er is een 25 ft poederslang met een
binnendiameter van 11 mm meegeleverd
met het systeem. Als een langere slang
vereist is, moet de binnendiameter 1/2 inch
zijn. Kort de slang in als dat nodig is.
Controleer de inlaatbuis, kniestuk,
uitlaatbuis en de elektrodesteun op
inslagversmelting of vervuiling. Reinig de
onderdelen zo nodig met perslucht.
Controleer de loop van de slangen voor
transport- en verstuivingslucht en wissel
eventueel om.
Vervolg...
E 2018 Nordson Corporation