Afb.61
Vrijgave-ingang
RL
5.8.3
De SCB-01-uitbreidingsprintplaat
Afb.62
SCB-01-printplaat
Status
Status
Nc
C
No
Nc
Afb.63
Statusmeldingen
Status A
Status B
Nc
C No
Nc
C No
Afb.64
0-10 V uitgang connector
0-10
-
+
7792475 - v.02 - 01102021
AD-3001303-02
0-10
C
No
0
+
AD-3001514-01
AD-3001312-01
AD-3001305-01
Vrijgave-ingang
Opgelet
Alleen geschikt voor potentiaalvrije contacten (droog contact).
De verwarmingsketel is voorzien van een vrijgave ingang. Op de klemmen
RL van de connector kan een potentiaalvrij contact worden aangesloten.
Als het contact wordt gesloten tijdens een warmtevraag, dan wordt de
verwarmingsketel onmiddellijk geblokkeerd.
Indien het contact gesloten wordt als er geen warmtevraag is, doet het
contact niets tot de hoofdbesturingsprint een commando 'start brander'
ontvangt. Na dat commando begint een wachttijd. Als het contact wordt
gesloten tijdens deze wachttijd, start de brander niet, en de
verwarmingsketel wordt geblokkeerd. Stel de wachttijd in met parameter
AP008. Een wachttijd van 0 schakelt het contact uit.
De SCB-01 heeft de volgende kenmerken:
twee potentiaalvrije contacten voor statusmeldingen
0–10 V uitgang voor een PWM-systeempomp
Uitbreidingsprintplaten worden automatisch herkend door de regeleenheid
van de ketel. Als uitbreidingsprintplaten worden verwijderd, geeft de ketel
een storingscode aan. Om deze storing te verhelpen, dient er na het
verwijderen een auto-detect uitgevoerd te worden.
Aansluiten statusmeldingen
De twee potentiaalvrije contacten Status, zijn vrij instelbaar. Afhankelijk
van de instelling kan een bepaalde status van de ketel worden
doorgegeven.
Sluit een relais als volgt aan:
Nc Normaal gesloten contact. Contact opent wanneer status optreedt.
C Hoofdcontact.
No Normaal geopend contact. Contact sluit wanneer status optreedt.
Kies de gewenste statusmelding (instelling) met behulp van de parameters
EP018 en EP019.
Aansluiten 0-10 V uitgang
Het contact 0 -10 kan worden gebruikt om een PWM-installatiepomp aan
te sturen. Het toerental van de pomp wordt modulerend geregeld, op basis
van het signaal dat van de ketel ontvangen wordt. Afhankelijk van het
merk en type pomp, kan de pomp aangestuurd worden met een 0-10 V of
PWM-signaal.
Sluit de besturing van de installatiepomp aan op connector 0 -10.
Kies het type signaal dat moet worden verzonden door de ketel met
behulp van parameter EP029.
Kies het type signaal waarmee de pomp bestuurd wordt met behulp van
parameter EP028.
5 Installatie
C 340 / C 640
43