5 Installatie
5.6
Aansluiting van de luchtinlaat en rookgasafvoer
Afb.46
Monteer de rookgasafvoerleiding
aan de ketel
Afb.47
De luchttoevoerleiding aan de ketel
monteren
3
5.7
Buitentemperatuursensor monteren
5.7.1
Aanbevolen locaties
Afb.48
2
1
Z
1/2 Z
1 Optimale locatie
2 Mogelijke locatie
38
C 340 / C 640
1
AD-3001425-01
AD-3001426-02
2
1
1/2 H (min. 2,5 m)
1. Monteer de rookgasafvoerleiding aan de ketel.
2. Monteer de opvolgende rookgasafvoerleidingen volgens de
voorschriften van de fabrikant.
Opgelet
De leidingen mogen niet steunen op de ketel.
Monteer de horizontale delen aflopend richting ketel, met een
helling van 50 mm per meter.
3. Monteer de luchttoevoerleiding aan de ketel.
4. Monteer de opvolgende luchttoevoerleidingen volgens de
voorschriften van de fabrikant.
Opgelet
De leidingen mogen niet steunen op de ketel.
Monteer de horizontale delen aflopend richting de
luchttoevoeruitlaat.
Plaats de buitensensor op een locatie die aan de volgende kenmerken
voldoet:
Op een gevel van de te verwarmen ruimte, indien mogelijk op het
noorden.
Halverwege de muur van de te verwarmen ruimte.
Onder invloed van wisselende weersomstandigheden.
Beschermd tegen direct zonlicht.
Gemakkelijk toegankelijk.
1/2 H (min. 2,5 m)
H
H
H Bewoonde hoogte gecontroleerd door de sensor
Z Bewoond oppervlak gecontroleerd door de sensor
1
2
MW-8800N001-3
7792475 - v.02 - 01102021