Inbouwen: Indien nodig de afdekkap of draag-
#
beugel van de gasfles verwijderen en de hoofd-
afsluitkraan
9
met de veiligheidsklep aan-
brengen.
De geforceerde ventilatie van de gasfleshouder
#
controleren.
De vloerventilatie mag niet afgesloten zijn.
De gasfles
A
in de gasfleshouder aanbrengen
#
en zoals afgebeeld uitlijnen.
De gasfles
A
met het klemstuk
#
gegeven plaats vastzetten, zodat deze niet kan
draaien.
%
In de gasfleshouder bevindt zich een uitspa-
ring voor het klemstuk.
De drukregelaar
7
#
9
aanbrengen en de wartelmoer
linksom te draaien vastdraaien. Daarbij erop
letten dat de schroefverbinding met de hoofd-
afsluiter
9
van de gasfles
Het deksel
5
van de gasfleshouder uitlijnen
#
en aanbrengen.
%
De uitsparingen in het deksel bij de snelsluitin-
gen hebben een verschillende radius.
De snelsluitingen
4
#
circa Õ omwenteling rechtsom draaien.
Het deksel
5
van de gasfleshouder is afgeslo-
ten.
De tussenbodem
3
#
De kledingkast
2
#
%
Meer informatie over het gasstel en de gasaf-
sluitkraan vindt u in het hoofdstuk "Keuken"
(
pagina 44).
/
Elektrische installatie
Informatie over de elektrische installatie
Het voertuig beschikt over de volgende twee net-
ten voor de spanningsvoorziening van de elektri-
sche installatie:
12 V-boordnet (gelijkspanning)
R
De spanningsvoorziening vindt plaats via de
extra accu of via de 230V-netaansluiting vanuit
het lokale net (netstroom).
230V-net (wisselspanning)
R
De spanningsvoorziening vindt plaats via de
230V-netaansluiting van het lokale net (net-
stroom).
6
op de aan-
op de hoofdafsluitkraan
8
door
A
goed afdicht.
iets omlaagdrukken en
in de kast aanbrengen.
sluiten.
Water, gas en elektrische installatie
De startaccu en de extra accu zijn met elkaar ver-
bonden. Daardoor wordt de startaccu via de 230
V-netaansluiting uit het lokale net (netstroom)
opgeladen, zodra de extra accu tot circa Ô is
opgeladen.
%
De maximale laadstroom voor het opladen van
de startaccu is 4 A.
12V-aansluitingen
1
12V-aansluiting
12V-aansluitingen bevinden zich op de volgende
plaatsen in het voertuig:
In de middenconsole
R
in de rechter zijbekleding achter
R
in de rechter zijbekleding naast de laadruimte-
R
deur
Een contactdoos kan worden gebruikt voor
12V‑accessoires tot maximaal 120 W. De contact-
doos werkt alleen wanneer het contact is inge-
schakeld.
%
Als het contact is ingeschakeld terwijl de
motor niet is gestart (stand 2), kunnen verbrui-
kers de startaccu diep ontladen en start de
motor niet meer.
53