UltraRAE 3000 Gebruikershandleiding
25.4 De diagnostische modus
BELANGRIJK! De diagnostische modus is hoofdzakelijk ontworpen
voor service en fabricage en is daarom niet bedoeld voor dagelijks
gebruik, zelfs niet voor geavanceerde gebruikers. In de diagnostische
modus worden de ruwe gegevens van sensoren en instellingen
weergegeven, maar het enige dat u kunt wijzigen in deze modus zijn de
parameters voor pompblokkering. Deze parameters mogen eigenlijk
alleen worden gewijzigd door gekwalificeerd personeel.
Opmerking: als de diagnostische modus is geopend en u naar
Gebruikersmodus schakelt, worden de datalog-gegevens nog steeds
weergegeven in ruwe telling. Als u de standaard metingen wilt
weergeven, moet u het instrument opnieuw opstarten.
25.4.1 Diagnostische modus openen
Opmerking: als u de diagnostische modus wilt openen, moet
u beginnen met het instrument uitgeschakeld.
Druk tegelijk op [Y/+] en op [MODE] en houd deze ingedrukt totdat
het instrument start.
Na een korte opstartperiode geeft het instrument vervolgens de ruwe
gegevens van de PID-sensor weer. Deze getallen zijn ruwe sensormetingen.
Er is niet gekalibreerd. De diagnostische modus is nu geopend.
Opmerking: als het instrument zich in de diagnostische modus
bevindt, zijn de pomp en de lamp gewoonlijk ingeschakeld.
Als u de programmeermodus wilt openen, drukt u tegelijkertijd op
[MODE] en [N/-] en houdt u beide knoppen 3 seconden ingedrukt.
Als u de meetmodus wilt openen, drukt u tegelijkertijd op [MODE]
en [Y/+] en houdt u beide knoppen 3 seconden ingedrukt.
Als het instrument in diagnostische modus is opgestart, kunt u
wisselen tussen de diagnostische en de apparaatmodus door [MODE]
en [Y/+] tegelijkertijd in te drukken en twee seconden ingedrukt te
houden.
In de diagnostische modus kunt u bladeren door de verschillende
parameterschermen door op [MODE] te drukken.
97