UltraRAE 3000 Gebruikershandleiding
2. Als de lamp niet inschakelt, verwijdert u de lamp uit de
behuizing. Plaats de O-ring van de lamp op de nieuwe lamp.
Plaats de nieuwe lamp en raak daarbij het platte vensteroppervlak
niet aan.
3. Plaats de PID-sensormodule terug.
4. Draai het deksel van de lampbehuizing weer vast.
27.3.2 Het type lamp bepalen
De monitor kan drie typen lampen bevatten: 10,6 eV (standaard),
9,8 eV en 11,7 eV. De monitor controleert automatisch de markering
aan de zijkant van de lamp en stelt de juiste correctiefactor in. U kunt
op twee manieren bepalen welk type lamp het is:
Verwijder de lamp en bekijk de markeringen (streepjes) op de zijkant:
•
Geen streepjes: 10,6 eV
•
1 streepje: 11,7 eV
•
2 streepjes: 9,8 eV
Als de monitor in bedrijf is, wordt het type lamp weergegeven samen
met de kalibratie- en metingsgassen en de correctiefactor:
Opmerking: u kunt dit scherm openen via het afleesscherm als u vier
keer achter elkaar op [N/-] drukt.
109