UltraRAE 3000 Gebruikershandleiding
22.7.13 Nulkalibratie bij inschakelen van apparaat
Als deze optie is ingeschakeld, wordt de nulkalibratie uitgevoerd op
het moment dat u het apparaat aanzet.
1. Druk op [N/-] om tussen de opties te wisselen.
2. Druk op [Y/+] om uw selectie te maken (het donkere puntje in het
keuzerondje geeft aan welke optie geselecteerd is).
3. Nadat u uw selectie hebt gemaakt, drukt u op [MODE].
•
Druk op [Y/+] om de wijziging op te slaan.
•
Druk op [N/-] als u de wijziging ongedaan wilt maken en
door wilt gaan naar het volgende submenu.
22.7.14 Eenheid-id
Aan dit nummer, dat bestaat uit drie cijfers, kunt u zien welke
gegevens door welk apparaat zijn gemeten, als er meerdere apparaten
zijn gebruikt in een netwerk. Als meerdere meeteenheden proberen te
communiceren met dezelfde host, moeten deze eenheden elk een
andere Eenheid-id hebben.
1. Druk op [Y/+] om alle cijfers (0 tot en met 9) te selecteren. Als
u het gewenste cijfer hebt gevonden, houdt u [Y/+] enige tijd
ingedrukt . Eerst wordt er geteld tot 9; daarna wordt er nogmaals
geteld vanaf 0.
2. Druk op [N/-] om naar het volgende cijfer te gaan. Het
eerstvolgende cijfer rechts begint te knipperen.
Herhaal dit proces totdat alle drie de cijfers van de Eenheid-id zijn
ingevoerd.
3. Wanneer u klaar bent, drukt u op [MODE].
•
Druk op [Y/+] om de wijziging op te slaan.
•
Druk op [N/-] als u de wijziging ongedaan wilt maken en
door wilt gaan naar het volgende submenu.
Opmerking: als u een UltraRAE 3000 met een RAELink3, wordt de
eenheid-id weergegeven door de RAELink3.
85