UltraRAE 3000 Gebruikershandleiding
19.2 Nulkalibratie (frisse lucht)
In deze procedure wordt het nulpunt van de kalibratiecurve van de
sensor bepaald. U kunt een frisse-luchtkalibratie uitvoeren door de
kalibratieadapter te gebruiken om het instrument te verbinden met een
'frisse' luchtbron zoals een cilinder of een Tedlar-zak (optionele
accessoire). De 'frisse' lucht is schoon en droog, bevat geen
organische onzuiverheden en heeft een zuurstofgehalte van 20,9%.
Wanneer een luchtcilinder niet beschikbaar is, kunt u schone
omgevingslucht zonder waarneembare vervuilingen gebruiken of een
houtskoolfilter.
In het nulkalibratiemenu kunt u een nulkalibratie uitvoeren of een
nulkalibratie overslaan en een spankalibratie uitvoeren. U kunt ook
teruggaan naar het eerste kalibratiemenu als u de kalibratie wilt
afsluiten.
Als u op [Y/+] hebt gedrukt om de nulkalibratie te openen, ziet u het
volgende bericht:
1. Start de toevoer van het spankalibratiegas.
2. Druk op [Y+] om de kalibratie te starten.
Opmerking: op dit moment kunt op [MODE] drukken als u de
kalibratie niet wilt starten. Hiermee gaat u onmiddellijk naar het
kalibratiemenu, waarbij spankalibratie is gemarkeerd.
• Druk op [Y+] om de kalibratie te starten.
• Druk op [MODE] om af te sluiten en terug te
gaan naar de hoofdkalibratiedisplay.
51