UltraRAE 3000 Gebruikershandleiding
14
Schermverlichting
De LCD-display is voorzien van LED-schermverlichting waarmee de
display kan worden gelezen in slechte lichtomstandigheden.
15
Datalogging
Tijdens datalogging geeft het instrument een schijfpictogram weer dat
aangeeft dat datalogging is ingeschakeld. Het instrument slaat
gemeten gasconcentraties op aan het eind van elke
monsternameperiode (wanneer datalogging is ingeschakeld).
Daarnaast wordt de volgende informatie opgeslagen: gebruikers-id,
site-id, serienummer, datum laatste kalibratie en alarmwaarden. Alle
gegevens worden vastgelegd (zelfs nadat de eenheid is uitgeschakeld)
in niet-vluchtig geheugen, zodat u deze op een later moment kunt
downloaden naar uw pc.
15.1 Datalogging-event
Wanneer datalogging is ingeschakeld, worden metingen opgeslagen.
Deze gegevens worden opgeslagen in 'groepen' of 'events'. Een
nieuwe event wordt gemaakt en opgeslagen wanneer het instrument
wordt ingeschakeld en ingesteld op automatische datalogging,
wanneer een configuratieparameter wordt gewijzigd, of wanneer
datalogging wordt onderbroken. De maximumduur voor één event is
24 uur of 28.800 punten. Als een event langer duurt dan 24 uur, wordt
automatisch een nieuw event gemaakt. Gegevens als starttijd,
gebruikers-id, site-id, gasnaam, serienummer, datum laatste kalibratie
en alarmwaarden worden vastgelegd.
15.2 Monster datalogging
Nadat een event is opgenomen, legt de eenheid de gegevens vast in
samengevatte vorm. Wanneer u deze gegevens overzet naar een pc
met ProRAE Studio, worden deze gegevens ingedeeld met een
monsternummer, tijd, datum, gasconcentratie en andere verwante
informatie.
44