a
Vonkspeling (±4,5 mm)
13.3.13 Symptoom: de brander trilt
Mogelijke oorzaken
Gastoevoerdruk te laag.
Recirculatie van
verbrandingsgassen.
Gas-/luchtaanpassing NIET
correct ingesteld.
13.3.14 Symptoom: Geen ruimteverwarming door
de gasboiler
Mogelijke oorzaken
Warmtepompfout
Communicatieprobleem met de
warmtepomp.
Onjuiste
warmtepompinstellingen.
Het servicedisplay geeft " " weer,
de gasboiler is uitgeschakeld.
Geen stroom (24 V)
De brander brandt NIET bij
ruimtenverwarming: sensor S1 of
S2 defect.
Brander ontsteekt NIET.
13.3.15 Symptoom: het vermogen is verminderd
Mogelijke oorzaken
Bij hoog toerental is het
vermogen verminderd met meer
dan 5%.
13.3.16 Symptoom: ruimteverwarming bereikt de
temperatuur NIET
Mogelijke oorzaken
Instelling weersafhankelijk
instelpunt is onjuist.
Temperatuur is te laag.
Geen circulatie in de installatie.
EVLQ05+08CAV3 + EHYHBH05AA + EHYHBH/X08AA +
EHYKOMB33AA
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
4P355634-1C – 2018.06
a
Wat te doen
De algemene drukschakelaar
van het huis kan defect zijn.
Neem contact op met het
gasbedrijf.
Controleer het schoorsteengas
en de luchtaanvoer.
Controleer de aanpassing. Zie
"De koolstofdioxide-instelling
controleren" op
pagina 84.
Wat te doen
Controleer de
gebruikersinterface.
Zorg dat de communicatiekabel
correct is geïnstalleerd.
Controleer de instellingen in de
handleiding van de warmtepomp.
Schakel de gasboiler in met .
▪ Controleer de bedrading.
▪ Controleer de connector X4.
Vervang sensor S1 of S2. Zie
"Storingscodes van de
gasketel" op
pagina 102.
Zie
"13.3.11 Symptoom: de
brander ontsteekt NIET" op
pagina 98.
Wat te doen
▪ Controleer het apparaat en het
schoorsteensysteem
op
verontreiniging.
▪ Reinig het apparaat en het
schoorsteensysteem.
Wat te doen
Controleer de instelling op de
gebruikersinterface en pas indien
nodig aan.
Verhoog de
ruimtenverwarmingstemperatuur.
Controleer of er circulatie is.
Minstens 2 of 3 radiatoren
MOETEN open staan.
13 Opsporen en verhelpen van storingen
Mogelijke oorzaken
Het ketelvermogen is NIET
correct ingesteld voor de
installatie.
Geen warmteoverdracht als
gevolg van kalkaanslag of
verontreiniging in de
warmtewisselaar.
13.3.17 Symptoom: warm water bereikt de
temperatuur NIET (geen tank
geïnstalleerd)
Niet van toepassing voor Zwitserland
Mogelijke oorzaken
Er is te veel warm
tapwaterstroom.
Temperatuurinstelling voor
watercircuit is te laag.
Geen warmteoverdracht als
gevolg van kalkaanslag of
verontreiniging in de
warmtewisselaar warm
tapwaterzijde.
Temperatuur koud water <10°C. De waterinlaattemperatuur is te
De temperatuur van het warm
tapwater schommelt tussen heet
en koud.
13.3.18 Symptoom: warm water bereikt de
temperatuur NIET (tank geïnstalleerd)
Mogelijke oorzaken
De gasboiler heeft een
storingscode.
De binnenunit heeft een
storingscode.
De 3-wegklep werkt niet correct. ▪ Controleer de installatie van
13.4
Problemen op basis van
storingscodes oplossen
Wanneer er zich een probleem voordoet, verschijnt een foutcode op
de gebruikersinterface. Het is belangrijk dat u het probleem begrijpt
en maatregelen neemt alvorens een foutcode te resetten. Dit moet
worden gedaan door een erkend installateur of door uw plaatselijke
dealer.
Dit hoofdstuk biedt een overzicht van alle foutcodes en de inhoud
van
de
foutcode
zoals
die
gebruikersinterface.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
Wat te doen
Pas het vermogen aan. Zie
"Instelling maximaal vermogen
voor verwarming van ruimten" op
pagina 83.
Ontkalk of spoel de
warmtewisselaar aan de
ruimtenverwarmingszijde.
Wat te doen
Pas de inlaatinstallatie aan.
Verhoog het instelpunt van het
warm tapwater op de startpagina
van het warm tapwater op de
gebruikersinterface.
Ontkalk of spoel de wisselaar
warm tapwaterzijde.
laag.
▪ Het debiet is te laag. Voor een
goed
comfort
wordt
een
waterdebiet van minimum 5 l/
min geadviseerd.
▪ Verhoog het instelpunt van het
warm
tapwater
op
de
startpagina
van
het
warm
tapwater
op
de
gebruikersinterface.
Wat te doen
Voor meer informatie, controleer
het scherm van de gasboiler.
Controleer de binnenunit op
mogelijke storingen.
de 3-wegklep.
▪ In geval van het bereiden van
warm
tapwater
moet
de
stroom naar de tank lopen.
wordt
weergegeven
op
de
99