Storings
Oorzaak
Mogelijke oplossing
code
4
Geen vlamsignaal
▪ Gastap is gesloten
▪ Geen
▪ Gasaanvoerdruk is te laag of
▪ Gasklep of ontstekingseenheid is
5
Zwak vlamsignaal
▪ Condensatieafvoer geblokkeerd
▪ Controleer regeling van gasklep
6
Vlamdetectiestorin
▪ Vervang
g
▪ Vervang ontstekingseenheid
▪ Vervang ketelcontroller
8
Onjuist
▪ Ventilator raakt behuizing
ventilatortoerental
▪ Bedrading tussen ventilator en
▪ Controleer bedrading op slecht
▪ Vervang ventilator
29, 30
Storing
Vervang ketelcontroller
gaskleprelais
14
Als afval verwijderen
OPMERKING
Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het
ontmantelen van het systeem en het behandelen van het
koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN
conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden.
De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en
terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf
worden behandeld.
14.1
Overzicht: Als afval verwijderen
Typische werkstroom
Het systeem als afval verwijderen bestaat doorgaans uit de
volgende stappen:
1
Het systeem afpompen.
2
Het systeem naar een gespecialiseerd verwerkingsbedrijf
brengen.
INFORMATIE
Zie de onderhouds- en reparatiehandleiding voor meer
bijzonderheden.
14.2
Afpompen
Voorbeeld: Om het milieu te beschermen, pomp eerst alle
koelmiddel uit de unit alvorens de unit te verplaatsen of af te voeren.
EVLQ05+08CAV3 + EHYHBH05AA + EHYHBH/X08AA +
EHYKOMB33AA
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
4P355634-1C – 2018.06
of
onjuiste
ontstekingsspeling
afwezig
NIET geactiveerd
ontstekingskabel
bougiedop
behuizing
contact
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil
afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit:
▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de
unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de
buitenunit
Zelfontbranding en explosie van de compressor door
lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
▪ Gebruik een afzonderlijk aftapsysteem zodat de
compressor van de unit NIET moet draaien.
OPMERKING
en
Om het koelmiddel te verwijderen (door leeg te pompen),
stop de compressor vooraleer de koelmiddelleidingen te
verwijderen. Indien de compressor nog steeds werkt en de
afsluiter open staat tijdens het verwijderen van het
koelmiddel, zal lucht in het systeem gezogen worden.
Hierdoor zal de compressor beschadigd worden of kan het
systeem schade oplopen als gevolg van de abnormale
druk in de koelmiddelcyclus.
Het afpompen pompt alle koelmiddel uit het systeem naar de
buitenunit.
1 Verwijder het kleppendeksel van de vloeistofafsluiter en de
gasafsluiter.
2 Voer gedwongen koelen uit. Zie
starten en stoppen" op
3 Sluit de vloeistofafsluiter na 5 à 10 minuten (bij heel lage
omgevingstemperaturen (<−10°C) na slechts 1 of 2 minuten)
met een zeskantsleutel.
4 Controleer op het verdeelstuk of het vacuüm is bereikt.
5 Draai na 2 à 3 minuten de gasafsluiter dicht en stop gedwongen
koelen.
b
c
a
d
e
d
a
Gasafsluiter
b
Sluitrichting
c
Zeskantsleutel
d
Kleppendeksel
e
Vloeistofafsluiter
14.3
Een gedwongen koeling starten en
stoppen
Controleer of dip-schakelaar SW2 in de KOEL-stand staat.
1 Druk op de schakelaar SW1 om de gedwongen koeling te
starten.
2 Druk op de schakelaar SW1 om de gedwongen koeling te
stoppen.
14 Als afval verwijderen
kan
sturen.
Mogelijk
"14.3 Een gedwongen koeling
pagina 103.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
gevolg:
103