6 Voorbereiding
a
2.6
2.4
2.2
2
1.8
1.6
1.4
1.2
1
0.8
0.6
0.4
0.3
0
50
100
150
200
a
Voordruk (bar)
b
Maximum watervolume (l)
Maximum aanvoerwatertemperatuur van 55°C voor
vloerverwarmingstoepassingen
Maximum aanvoerwatertemperatuur van 80°C voor
radiatortoepassingen
Voorbeeld
voor
vloerverwarmingstoepassingen:
watervolume en voordruk in expansievat wanneer 55°C
Hoogteversc
hil
≤280 l
(a)
installatie
≤7 m
De voordruk moet niet
bijgeregeld worden.
>7 m
Doe het volgende:
▪ Verhoog de voordruk.
▪ Controleer
watervolume
groter
is
dan
maximum toegestaan
watervolume.
(a)
Er is een hoogteverschil (m) tussen het hoogste punt van
het watercircuit en de binnenunit. Als de binnenunit zich op
het hoogste punt van de installatie bevindt, bedraagt de
installatiehoogte 0 m.
Voorbeeld
voor
vloerverwarmingstoepassingen:
watervolume en voordruk in expansievat wanneer 80°C
Hoogteversc
hil
≤140 l
(a)
installatie
≤7 m
De voordruk moet niet
bijgeregeld worden.
>7 m
Doe het volgende:
▪ Verhoog de voordruk.
▪ Controleer
watervolume
groter
is
dan
maximum toegestaan
watervolume.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
22
250
300
350
400
450
Maximum
Watervolume
>280 l
Doe het volgende:
▪ Verlaag de voordruk.
▪ Controleer
of
watervolume
NIET
groter
is
dan
maximum
toegestaan
watervolume.
Het expansievat van de
binnenunit is te klein voor
de installatie. In dit geval
of
het
wordt er geadviseerd om
NIET
een extra vat buiten de
het
unit te installeren.
Maximum
Watervolume
>140 l
Doe het volgende:
▪ Verlaag de voordruk.
▪ Controleer
of
watervolume
NIET
groter
is
dan
maximum
toegestaan
watervolume.
Het expansievat van de
binnenunit is te klein voor
de installatie. In dit geval
of
het
wordt er geadviseerd om
NIET
een extra vat buiten de
het
unit te installeren.
(a)
Er is een hoogteverschil (m) tussen het hoogste punt van
het watercircuit en de binnenunit. Als de binnenunit zich op
het hoogste punt van de installatie bevindt, bedraagt de
installatiehoogte 0 m.
Minimum debiet
Controleer of het minimum debiet (vereist tijdens ontdooien/back-
upverwarming)
in
omstandigheden.
OPMERKING
Wanneer
de
ruimteverwarmingslussen geregeld wordt door op afstand
bediende kleppen, is het belangrijk dat dit minimum debiet
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dicht zijn.
Indien het minimum debiet niet kan worden bereikt, zal er
b
een debietfout 7H worden gegenereerd (geen verwarming/
bediening).
Minimum nodig waterdebiet
05 modellen
08 modellen
Zie de aanbevolen procedure zoals beschreven in
tijdens inbedrijfstelling" op
6.4.4
De voordruk van het expansievat wijzigen
OPMERKING
Alleen een erkende installateur mag de voordruk in het
expansievat aanpassen.
het
Indien de standaard ingestelde voordruk in het expansievat (1 bar)
bijgeregeld moet worden, houd dan rekening met de volgende
het
richtlijnen:
▪ Gebruik alleen droge stikstof om de voordruk in het expansievat
bij te regelen.
▪ Een verkeerde instelling van de voordruk in het expansievat leidt
tot storingen in de installatie.
Om de voordruk in het expansievat te wijzigen, verlaag of verhoog
de druk van het stikstof via het Schräder-ventiel van het
expansievat.
a
Schräder-ventiel
het
6.4.5
Het watervolume controleren:
het
voorbeelden
Voorbeeld 1
De binnenunit is 5 m onder het hoogste punt in het watercircuit
geïnstalleerd. Het totale watervolume in het watercircuit bedraagt
100 l.
Er
zijn
geen
vloerverwarmingslussen of radiatoren.
Voorbeeld 2
EVLQ05+08CAV3 + EHYHBH05AA + EHYHBH/X08AA +
de
installatie
gegarandeerd
circulatie
in
alle
of
7 l/min
8 l/min
"10.4 Checklist
pagina 88.
a
acties
of
aanpassingen
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
4P355634-1C – 2018.06
is
in
alle
bepaalde
nodig
voor
EHYKOMB33AA