7 Installatie
7.13.13 Over het bevestigen van het
rookgasafvoersysteem
VOORZICHTIG
▪ Deze reglementen gelden zowel voor concentrische als
voor parallelle rookgasafvoersystemen.
▪ Het rookgasafvoersysteem MOET stevig op een vaste
structuur worden vastgemaakt.
▪ Het
rookgasafvoersysteem
neerwaartse helling (1,5°~3°) naar de ketel hebben. De
muurdoorvoeren MOETEN waterpas worden geplaatst.
▪ Gebruik alleen de bijgeleverde beugels.
▪ Elk bochtstuk MOET met een beugel stevig worden
vastgemaakt. Behalve voor de aansluiting op de ketel:
indien de lengte van de leidingen voor en na het eerste
bochtstuk ≤250 mm bedraagt, moet het tweede
element na het eerste bochtstuk een beugel bevatten.
De beugel MOET op het bochtstuk worden geplaatst.
▪ Elk verlengstuk MOET om de meter met een beugel
worden vastgemaakt. Deze beugel mag de leiding
NIET rondom klemmen om ervoor te zorgen dat deze
leiding vrij kan bewegen.
▪ Zorg ervoor dat de beugel in de juiste stand wordt
vergrendeld in functie van de plaats van deze beugel
op de leiding of het bochtstuk.
▪ Meng NOOIT rookgasafvoeronderdelen en klemmen
van verschillende leveranciers.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
52
Te gebruiken bevestingsstand
a
b
moet
een
continue
Maximumafstand tussen de klemmen
Verticale stand van de leiding
2000 mm
▪ Verdeel de lengte gelijkmatig tussen de beugels.
▪ Elk systeem MOET minstens 1 beugel bevatten.
▪ Plaats de eerste klem op maximum 500 mm van de gasketel.
a
Wanneer bevestiging op de leiding
b
Wanneer bevestiging op de bus
Andere stand van de leiding
1000 mm
EVLQ05+08CAV3 + EHYHBH05AA + EHYHBH/X08AA +
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
EHYKOMB33AA
4P355634-1C – 2018.06