8 Configuratie
g
Watertoevoer
h
Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
In geval van [E‑06]=1
Pomp voor warm tapwater geïnstalleerd voor...
Ogenblikkelijk warm water
c
a
f
b
g
a
Binnenunit
b
Tank
c
Pomp voor warm tapwater (ter plaatse te voorzien)
d
Verwarmingselement (ter plaatse te voorzien)
e
Terugslagklep (ter plaatse te voorzien)
f
Douche (ter plaatse te voorzien)
g
Koud water
INFORMATIE
De correcte standaardinstelling voor warm tapwater wordt
alleen van toepassing wanneer de bediening van warm
tapwater is geactiveerd ([E‑05]=1).
Thermostaten en externe sensoren
OPMERKING
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt,
zal de uitwendige kamerthermostaat de vorstbescherming
kamer bedienen. De vorstbescherming kamer is echter
alleen
mogelijk
als
aanvoerwatertemperatuur op de gebruikersinterface van
de unit is INgeschakeld.
#
Code
[A.2.2.4]
[C-05]
Primair contact
In de regeling via een externe
kamerthermostaat moet het contacttype
van de optionele kamerthermostaat of
warmtepompconvector voor de primaire
aanvoerwatertemperatuurzone ingesteld
worden.
▪ 1 (Thermo AAN/UIT): De aangesloten
externe
warmtepompconvector stuurt de vraag
naar verwarming of koeling door via
het zelfde signaal, omdat het slechts
op 1 digitale ingang (voorbehouden
voor
aanvoerwatertemperatuurzone) op de
binnenunit (X2M/1) is aangesloten.
Selecteer deze waarde in het geval
van
warmtepompconvector (FWXV).
▪ 2 (Verw/koel vraag) (standaard): De
aangesloten
kamerthermostaat
afzonderlijke vraag naar verwarming
of
aangesloten op de 2 digitale ingangen
(voorbehouden
aanvoerwatertemperatuurzone) op de
binnenunit (X2M/1 en 2) aangesloten.
Selecteer deze waarde in het geval
van een aansluiting met een bedrade
(EKRTWA) of draadloze (EKRTR1)
kamerthermostaat.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
60
Desinfectie
c
a
d
b
e
de
regeling
van
de
Beschrijving
kamerthermostaat
de
primaire
een
aansluiting
op
de
externe
stuurt
een
koeling
door
en
is
daarom
voor
de
primaire
#
Code
[A.2.2.5]
[C-06]
f
g
[A.2.2.B]
[C-08]
Digitale I/O-printplaat
Deze instellingen moeten alleen gewijzigd worden als de optionele
of
digitale I/O-printplaat geplaatst wordt. De digitale I/O-printplaat heeft
veel functies die geconfigureerd moeten worden.
#
Code
[A.2.2.6.2]
[D-07]
EVLQ05+08CAV3 + EHYHBH05AA + EHYHBH/X08AA +
Beschrijving
Sec. contact
Voor de regeling via externe
kamerthermostaten met
2 aanvoerwatertemperatuurzones moet
het type van de optionele
kamerthermostaat voor de secundaire
aanvoerwatertemperatuurzone ingesteld
worden.
▪ 1 (Thermo AAN/UIT): Zie Primair
contact. Aangesloten op de binnenunit
(X2M/1a).
▪ 2 (Verw/koel vraag)(standaard): Zie
Primair contact. Aangesloten op de
binnenunit (X2M/1a en 2a).
Extrn sensor
Als een optionele externe
omgevingssensor is aangesloten, moet
het type van de sensor ingesteld worden.
▪ 0
(Nee)
(standaard):
geïnstalleerd. De thermistor in de
gebruikersinterface en deze in de
buitenunit
worden
gebruikt
metingen uit te voeren.
▪ 1 (Buitensensor): Geïnstalleerd. De
buitensensor zal gebruikt worden om
de
buitenomgevingstemperatuur
meten. Opmerking: Voor sommige
functies
wordt
nog
steeds
temperatuursensor in de buitenunit
gebruikt.
▪ 2 (Kamersensor): Geïnstalleerd. De
temperatuursensor
in
gebruikersinterface wordt NIET meer
gebruikt. Opmerking: Deze waarde
heeft alleen een betekenis in de
kamerthermostaatregeling.
Beschrijving
Solarkit
Geeft aan dat de tank voor warm
tapwater ook via thermische
zonnepanelen opgewarmd wordt.
▪ 0
(Nee)
(standaard):
geïnstalleerd.
▪ 1 (Ja): Geïnstalleerd. De tank voor
warm tapwater kan –naast de boiler–
ook via thermische zonnepanelen
opgewarmd worden. Stel deze waarde
in wanneer thermische zonnepanelen
geplaatst worden.
EHYKOMB33AA
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
4P355634-1C – 2018.06
NIET
om
te
de
de
NIET