Installatiehandleiding
Instructies voor installatie
Deponeer deze handleiding a.u.b. in het vak aan
de achterkant van de frontkap van de ketel
U gelieve de voor de werking van de installatie
verantwoordelijke persoon omtrent de behan-
deling, het gebruik en de werking van het appa-
raat en zijn veiligheidsinrichtingen te instrueren.
Ook de overige technische informatie met betrek-
king tot de verwarmingsinstallatie dient in acht
te worden genomen.
Installatievarianten
De horizontale rookafvoerbuizen zullen geplaatst
worden met een helling van 3% naar de ketel
toe om de condensaten, gevormd in de buizen,
naar de sifon van de ketel af te voeren.
De verluchtingsopening van het stooklokaal bij
opbouw van een type toestel B
voer nodig voor de verbranding) dient conform
te zijn aan de NBN D51-003 laatste versie.
De type toestellen C mogen enkel uitgerust
worden met de in deze handleiding voorziene
systemen ( in het bijzonder de concentrische
buizen, aanluitstukken en eindstuk)
De aansluitingen van het schoorsteenkanaal (type
B
) en van de buizen voor het type C
23
lebei in overdruk zijn, zullen hetzij buiten hetzij
in een gemetste verluchte schakt geplaatst
worden.
Zie norm NBN pr. B61-002
1
.
(t.t.z. luchttoe-
23
die al-
53
Vak voor handleidingen aan de
achterkant van de frontkap van de ketel
8
1