Het BODY FAT Programma P20
Het BODY FAT programma is een programma dat ontworpen is om een indicatie te geven van uw
lichaamsvet (FAT%), BMR en BMI. Het is een simpele meting die verricht wordt door beide
hartslagsensoren met beide handpalmen vast te houden.
1. Druk in het standaardmenu op de UP of DOWN knop totdat het BODY FAT programma (P20)
wordt weergegeven en druk op de ENTER knop om uw keuze te bevestigen.
2. Stel achtereenvolgens uw geslacht (M=MAN, F=VROUW), gewicht (WEIGHT), lengte (HEIGHT) en
leeftijd (AGE) in.
3.
Stel elk gegeven in met behulp van de UP en DOWN knoppen en druk telkens op ENTER knop om
de ingestelde waarden te bevestigen.
4. Druk op de START/STOP knop en houdt vervolgens beide hartslagsensoren met beide
handpalmen vast om de meting te starten.
5. Na enkele seconden zal op het scherm uw lichaamsvet (FAT%), BMR en BMI worden
weergegeven.
6. Zie voor uitleg van de resultaten pagina 4 en 5 (hoofdstuk 1.6)
7. Het Aflezen van het computerscherm
TIME
TIME geeft de trainingstijd weer. Indien u vooraf geen tijd instelt, zal de tijd vanaf het moment dat u
begint met trainen automatisch worden bijgehouden. Wanneer u vooraf een tijd instelt, zal de tijd gaan
aflopen vanaf deze ingestelde tijd zodra u begint met trainen (max. 99:00).
DISTANCE
Geeft de afgelegde afstand weer in aantal KM. U kunt vooraf een afstand instellen dat u tijdens het
trainen wenst af te leggen. De afstand zal dan gaan aflopen naar de 0 vanaf de door u ingestelde
afstand (max. 999KM).
CALORIE
Geeft het aantal calorieën weer dat u tijdens het trainen verbrandt. U kunt vooraf het aantal calorieën
instellen dat u tijdens het trainen wenst te verbranden. Het aantal calorieën zal dan gaan aflopen naar
de 0 vanaf de door u ingestelde hoeveelheid calorieën (max. 990).
PULSE
De computer geeft uw hartslag weer, uitgedrukt in aantal slagen per minuut. U dient voor het meten
van uw hartslag beide hartslagsensoren vast te houden of een hartslagmeter in de vorm van een
borstband toe te passen. Wanneer u een borstband draagt, dient u de hartslagsensoren niet vast te
houden!
LEVEL
Geeft het weerstandsniveau weer. De weerstand kan variëren van niveau 1 t/m niveau 24.
WATT
Geeft het aantal WATT weer waarop u traint. U kunt bij het WATT programma het aantal WATT instellen
waarop u wenst te trainen (30-350).
RPM
Geeft het aantal omwentelingen per minuut weer (0-999).
PACE
Dit is een snelheidsindicatie en geeft aan hoeveel tijd u nodig heeft om 1KM af te leggen. Hoe sneller u
traint, hoe korter deze tijd is.
SPEED
Geeft uw trainingssnelheid weer in aantal KM per uur.
HET PROGRAMMAPROFIEL
W
9