A - DAGELIJKS OF OM DE 10 WERKUREN
A1 – OLIEPEIL VERBRANDINGSMOTOR
MI-X 40/45/50 D E3 S1
Plaats de heftruck op een horizontale ondergrond, schakel de verbrandingsmotor uit
en wacht tot de olie in het carter is gedaald.
- D o e d e m o to r k a p o m h o o g ( z i e : 2 - B E S C H R I J V I N G : CO N T R O L E - E N
BEDIENINGSORGANEN).
- Trek de peilstok 1 eruit en veeg deze schoon.
- Steek de peilstok er weer in en trek deze er vervolgens weer uit.
- Het peil moet tussen de twee merktekens staan.
- Vul indien nodig olie bij (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF)
via de vulopening 2.
- Voer een visuele controle uit of er geen lekkages of doorsijpelingen zijn op de
verbrandingsmotor.
MI 40/45/50 D ST3B S1
Plaats de heftruck op een horizontale ondergrond, schakel de verbrandingsmotor uit
en wacht tot de olie in het carter is gedaald.
- D o e d e m o to r k a p o m h o o g ( z i e : 2 - B E S C H R I J V I N G : CO N T R O L E - E N
BEDIENINGSORGANEN).
- Trek de peilstok 1 eruit en veeg deze schoon.
- Steek de peilstok er weer in en trek deze er vervolgens weer uit.
- Het peil moet tussen de twee merktekens staan.
- Vul indien nodig olie bij (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF)
via de vulopening 2.
- Voer een visuele controle uit of er geen lekkages of doorsijpelingen zijn op de
verbrandingsmotor.
MI 40/45/50 G S1
Plaats de heftruck op een horizontale ondergrond, schakel de verbrandingsmotor uit
en wacht tot de olie in het carter is gedaald.
- D o e d e m o to r k a p o m h o o g ( z i e : 2 - B E S C H R I J V I N G : CO N T R O L E - E N
BEDIENINGSORGANEN).
- Trek de peilstok 1 eruit en veeg deze schoon.
- Steek de peilstok er weer in en trek deze er vervolgens weer uit.
- Het peil moet tussen de twee merktekens staan.
- Vul indien nodig olie bij (zie: 3 - ONDERHOUD: SMEERMIDDELEN EN BRANDSTOF)
via de vulopening 2.
- Voer een visuele controle uit of er geen lekkages of doorsijpelingen zijn op de
verbrandingsmotor.
3-12
CONTROLEREN
1
2
2
1
2
1